Moil noen« dfizeii douvlogi, (lie sleclils amiei'lialve Geogra|ihisclio miji bi-eed is, <le Btt/iouUen Passage en kii-st
cloiuelvcii ill CIP Oosl-Moosson (van Aj.ril lol Oetolwi) ..U .Icii kovlstcii cu icveiis veiiigon iiigaiig van SOwd Su,u/f,.
In dc stonnacliliRi: Wcsl-Mwison, diu van Dcociiilwi- tot Miiiirl .ioovwaait, vigl men dnaienlcgcii zijiien koeii op dcii
ovcnv«! .icr slitial, licl znidwcsU-lijkslo gclecUc van Smmilm, de kusl iager U on het gcboigle moor laudw.-iaib,
ill ligt, wnaixloor dan ook dc gczigton minder trelTcnd zijn.
lift Primoi-Eilnnd is even .ils <lc ovcrigc eilandon in SU-aal Swula onbcwoond, <ioch woidt in de Oost-Mocssun
veel door inl.mdcri boiooU, die liicr lri|>«ng (eene soon van eeüiaar zcekora.-.!) eu KÌ.ildi>.iddon koiuen visscl.cn c.i
iiel daaroin den naam gaven van Pwh PnuUnn (seliildpadilen-pil.iud). Tcgenover helreivc, daar, «•aar c!e uiUlekcndc
eo-sic en Iweedc pillile- van J<rvn cene liogl vomien, ligi liei Mfcmren-EitmiHje, «-aaraehler wclecns dc doorzeilende
Cliiiia-vaardeií of iindere sulicpcii, die niel, voorneiuens zijn Balamn aan ic doen, ankeren, oin zich uit eene liclderc
l>eck op dc Javaseiie knsl van driiikwater Ic
n dorile piiiil van Jam, dal de Tritón dps
ns aclilcruil deed drijven. Die ecrslc avoiul
\er\uld van al liei 8ol|0one cn vi-ccmde, dal niij gclui^iuie ccncn jeer warnieu <Ug liad getroITcn, vcrlioogde
cene verkoolendc avondluchl liei genol dicr gewaarwordingcn, en dc ondergaande »11 decd ons een scliouw»|)cl àen,
dal icdev mei bovondering vci-vulde. De lii-ecdc schadu«en toon<lon ons toen ecrsl dc vuggeii en ravijnen, dc hooglon
cn vallcijcii, «-aarmcde liei gebei'gle doorgrocfd is ; icrwijldcbeiiedenstcgcdeellon reeds iu een donkcr gi'oen gcliuld waren,
vcrgnlddcn dc laalsle zonncslralen nog de tO|>|>en dcv verhevenlictlen; eene enkelc nog vcrlichle gi-oeji iwaar gcboonile
gaC een l)cloovci«nd cITccl le n>idden van de omringende sobaduw. Alies limeg l.ij oni dil tooneel mecr luislcr bij lo
zelleii, daar zelfs ile vcclvuldige regens der pas gceiiitligde Wcsl-Moesson bel gioen
verboogde frisclilieid, een
jcngiligcr aauiien liaddon gegeven. Yergcefs zou dc mcesl diclil
al- le inalcn, wa.irvan dc gewaanvordingcn ons nadcr bi^engen
van zoo veci sclioons.
15 in ile zoogenaaniiic Wclhomst-Btuii, lusseiicn de Iwecde
avonds leu .ii.ker kivain, daar dc nind was gaan liggcn en de slruooi
in Indie was onvcrgelelijk. •
pen, hat kunstig:!te pensecl traciiten ceil scliouwspcl
liet gevoei dcr grootliei<l van den ceuwigeii Schep()er
Eindelijk omsluijente de valiendo duislcrnis liei gcliccl inet liaar naelUelijk lloers, en een verfi isschinide landxvind
vociale ons dc balsenigeurig«! uilwaseniingcn dcr baonien cn planten le genioel, waavvan liei gezigl ons dea daags zoo
z«v liad vcrrukl.
Nieuwc verrasseuiic looncelcii van cenen andcren aard «aclillcn ons den volgenrien morgen. Terwijl wg aclitcv
Jnm's denle punì de Peperb,<ai voorbijzeildcn, wemeldcn Uilloozc inlandsclie visscherspraauvvijcs mei gi'oolc mallcn
zeilen bespannen op de eiTene watervlakte. A.iii de linkeriijdc zagcn «ij de eilanden Ki-akaloa cn Siebese (Poeh
Bestie) mei liuime 2700 en 2830 Kijiil. vocleu hoogc pieken uil zcc oprijzen, cn daa.aehier dcn veci lioogc.ren l>erg
fl<idjii-Biiss'i/i ' op dcn ovcrnal van Sumuiru door dcn duiiiien dampkring hccuseiieinei-en.
Hier is de slraal op Ucl l.iw.lsl, en .le aanmevkclijke dieplen in bel mid.lcii des vaarwalers doen de onde ovcrleveriiigen
—die bewei'en. dal Jnm mei S,o,inlr<i is vcrlwndcn ge«'cesl, en ccpst in bel 1 jaar der Javaanscbc jaarlclling
(overeenslemmende mei bel jaar 1205 oa Qir. geb.) door gewcidige naluurvcraebijnseleii daarvan wcrd gcsebeiden—
eenigzins belwijreicii 2.
Tersvijl mcn den noordelijken bock der Peperhaai of Jnva's merde punì voovbijzeill, beginnen zicli in de vene
ecnige b.iizcn aU «itte slippcn le vcrlooncn, en de Ne<lerlandsclie vlag, die bare kleureu Iwvcn dc loppen der boomen
onlroll, vcrblijdl bel Vadcrlandscbe liarl. Dil is Anjc- (vrocger Anir), de ocrsle iM-langrijkc Nederlandsebe posi vai.
J,ir-<,\ iy-eslhi,»!. Aan ,lcn voci van ceu sleil opgaand gebergle, levcrl deszclfs bekoovlijke ligging zoowel uil zce als
vHil ile landzijde een verrukkclijk gezigl op. (Waal 1.)
Recds van de viwgslc lijdcD af was Anjer berocmd om dcszelfs rijken ovcrvloed van allerlei vervcrscbingen, die er
zeer gocilkoop zi¡n. Dc lieerlijkiie viwblen, gevogelle, enz. zijii er bijna voov niels 1
uil bel gel>ergte leverl bei beidersle drinkwalcr, dal des vcikiczcnile n
sclicpcil gebragl nordl. Meiiig voorbijzeilend svbip inavll dan oük
Aiijer naderende, zagcn wij uil de baveii (<lic des iiacblí n
praamvljcs mei inbnders op ons arkoinen. In een oogcnblik «13
op zijde gerocid. Goudgele pisangs, beerlijke aiianassiMi, kipjien, eijcren, nel gcvlocblen nialjes en snuislerijeii ovciilcklcn
liunne rauke l>odcras. Hei gezigl van al deze vcrkwikkingen deed ons, na zoo veel dagen nicU dan iiigelcgdc of
i vocdsel le liebbcn geb.id, walerUindcn. Wij ver
c bekonien. Eene walerleidiiig
praauweii aan Iwiwl van dc lev rccde liggeiule
n deze geriefplijkiicden gebruik.
Iwee gi'ootc lanlaanis verliebl woitll) versolieideiic
ze ons mei luiiine ligie sebepriemen uf [)agaaijc'rs
gezonlcn spijzcu
Ollieiercu, die reeds mccnnalcn Iiu/ié l>e»>clil cn bini lUiieiwli 1
den wcg, dal buii gansebc voorraad weldra vcrkocbl was, (l'laal II.)
; dncb e
Il Ihidden, hielpei IO giwd op