dio, mcl eciic iiiliinclsvhc Imiinniiiiig uilgui iisl, iiniiilil o|i de oiiivingcixlc cibnilcn Or^vcn, w.iarmcilc zij wurw.ipcncn,
lijiiwmlcii, snuUlcrijcii, cnz. vaii Singapori licicii naiivocren, cn daapvoor rijsl by do bcvolking van Lomboh inraildcii,
die rlaii «'edcr iiU rclourladiiig «crd nfgczondcii. Eoqc dubbelc «iiisL mocst liiiTuit noodiakelijk voor Leu voonvloeijc»;
duch niel aliccn dozc zieh sieciU vcitler uidjrcidcnde liniidcl, maap ook dß groote invlocd, welken s'ij daardoor op de
liovulkiiig iiiloor. iicn, niaakl Imnne vcsligiDg Ic Ampnnun belaugrijlt. Zoo liad, b. v., kibs er liel gcbi-uik vau gcld wcIcq
in tc voci-cn, incl rlal gevolg, dal er dcstijils rceds voop ccn millioen guldens aan Qniieschc kopepcn duiteii door lict
ellanit in oniloop waren. Gewis zoudoii deze Eiu'ojwnnen in korlen lij'd sclinlten Ucbliei; vergaderd, indicii zicli allcen
toi den baiidel Ix'paald, cn zicli niel gcmcngtl liadden in de ooplogiu, welke de vcrdcolde Vopslen van Lombok gcstadig
legen elknndcr voepen, en w.iawloor, oiidei' aiiiiei-e, nog kopl gcleden, de Heci' libge zync voornaamsW lamleigciidouimen
zag vepljnindcii. De Boegiuezeu, diu zicii van ile kustcn vau Bomco bler in grootcn gctale komen uederzelleu, lijo
gewoonlijk de voonia.nnste bewerkei-s dezer oorlogeii, daap de lievolking anders zaehliinnig i», en mcii zelfs cene groote
eerlijkhckl liij iien aanirell. Tegcnwoordig bedraagl de.zulver gelnl luim 200000 zielen, welke door twec Radja's of
Vopslen, die van ßinlni-om en die van Kaniii/!-Assam, in iir«>ndcrlijke Ryken wopden gcregeerd. Door de Baliiiesclie
oveiliecpscliing liebben de liowoners vau Lnmbok veel van do laal, godsdiensl en gebruiken der Balinezeo ovcpgeiioraen;
bei ineerendeel cebler, dal inel den uaam v.m Sussnk's l>esleinpcld wordt, beeil cene eigene lalidlanl cn belijdt de
Mc
llet eigcnlijke doci van onzen togt naar Anipanan was cen onderzoek, van wege liet Indisebe Bcstuur, naar bel
iiilnioorrien, of, zoo ais meii ineeslal zegl, liel aüoopen eener onder Ncderlandsebe vlag varende CbÍGCscbo praaiiw,
welkc griiweldaaii dooi- ecnige le Ampanan wonende Boeginczen zou gepleegd zijn. W|j vcmanieu hiopointi'ent van
den Ilcer Kins hel volgende: Ilel l>en-us¡e Cbiuesclie vaarluig liad, voor Ampanan ten anker tiggendc, eene kleinc
sainpan (booljc) opgoisebl, welke door ocn' der Boeginczen aU zijn' eigendom wcrd icru^evordcrd, De Gbincsclie
Gezagvoerder cclaor liieriii niel dan legón betaling willonde loegeven, ontstond er tusscben ben ccn hevige woordensuijd,
ilie cindelijk ten gevotge bad, dal de Boeginues zijne kris tiok, cn zijnc parlij overboop stak, livnlgc andera
Bocginezen, dio zieb niel buiuio praauwijes in de nidiijbeid bcvonden, sclioteu bierop toe, overvielen de weerlooze
bpiranning van liet vaartnig, cn nadat zij bunne wocsle drillen door hel vermoordcn van twce man derzelve cn bel
vei'oondcn van een' dorden badiicn bolgevicrd, keerden zij mel cenige bollen opium cn con paar znkken kopergcld,
belgene hiin vau de ladiug bel lueesl aauslond, van bet aangerigtc bioedbad lerug.
^a bol inwiniien dezer modedcelingcn, opende ile Komuiandsnt van de Trilon ondcihandelmgen mel de Radja's
Min Mr/lnram en Kurang-Ássam, waapbij zoowel do uillevcring van den Bocginecs, die de ecrstc moorddadige aaovaller
wns gcivcost, ais de teruggnvc van bel gcsiolene werd gevordcnl. De gcnoemde Torsten bcdienden zieb ia dit geval
van de Iiissebonkoinsl van den Uoer kjm, otn door briefwisscling bun autwoord konbaar tc maken, daar zij bet niel
i-aadzaam scliencn le OüHeelen, ¡n persoon uaar Ampaium af le komen. Ecnen gerubncii lijd paalden zij ons met
bel voonvendsel, dal de bedoelde Boegiiiocs voortvluglig was en niel gevondeiv kon wordcn, en loen, na dric wekcn
tijdsverloop, aan onzo vorderingen cene dreigende bouding wei'd gegcvoii, gaf de Radja vnn Malaram eindelfjk le kennen,
ilal, aangezien bel Teil door c<
s lands gestrafl, e
n op sijn grondgebicd gepleegd was, de schuldige ook naap de
aan bel Nedcrlandseb-Iudiscb Gouvcrnemcnl uitgeloverd belioordc le worden.
De geslolene voorwerpcn werden ecbior leruggezonden, cn, daar onze zeiidbig gecnc vyandelljke operalien ten doel
bad, liclen wij de laalste nou onbeanlwoord. De schoener Castor werd, met de dépiehcs dienaangaandc, naar Snembaija
opgpzonden, en wij licgavcn ons weder ondor zeil, am de reis naar TiiiMr te vervolgen.
Op onze logljes, die wjj in de omslreken van Ampown deden, waarloc de Heeren kii>cí cn i.»í»ge de belcefdbeid
badden ons van paarden lo \oorzien, vonden wij niiinscbooli gelegonbeid, alom ondcr do inwouors de duidelijksto Hlijkon
van vooruitgaiig cn bcscbaving op le merken; de wegen zijn er gcinakkclijk en gocd omiciboudon; de watei'leidingcii,
waarmede de l>ouwvcldcn wortlen bovocbtigd, venlieuen bexvondciiug; doch nicis trof ons zoo zcer aU bel maaksel
buniicr gcweroii, die zij in korlen lijd naar liel Europceseh model, dal bun door don lictr kihg gegoven is, en racl
zcer veol juislheid bcblw.i loercii vervaardigen. Men veriiaalde 0..5, dal ep itcds 6000 snapbaiieii op bel eiland geuiaakl
waren. Over liel gebecl zijn de Lombokkers bekwarae sinodcn; bunnc kriaseu bebben i-ccds vooilang cene groolc
vcrmaardlicid vcrkrcgen. Ilaar ook iu vele andere tikkcn vau nijverbeid leggcn zjj vemull en werkzaamiickl aan ilen
dag, cn de vraag, welkc voordcelen men van ccnc bcvolking van cene dusdanigo gcaai'dhckl, by eene allezins vrucblbni'B
gcslcldheid van den bodem, kan verwaoblen. was belangrijk genoog, om de aandacht van bel Indische BesUiur eriislig
bezig tc houden, zoodat mu, it> 1839 op nieuws een' Ambleiiaar van de Kcdcriandscbe nandcbnaaUob:i¡)pú luí licl
aanknoopen van bandclslicliekkiiigen, naar Lninlmh heeft gczondcii. Tc weinelien is bel, dal deze pugingcii mel ecnen
belercn uitslag mögen bckrooiid woixleii, dan die, welke i» vroegere lijden daailoe werden aangowend. Ook op £/ilic
is men meeimalcn met con dergclijk doci werkjaaro gcwccsl; docli de jongste rcsullalen hc))l>en ook nu, eveil oU vrocgcp,
weinig gunslígo vooruilziglcii voor ilcn bondel opgclcvcrd.
Wij rigtien onzen kocrs längs de noordkusl vin bei eiland Sumbuwu, die wij zoo digl mogclijk nadeidcn, oni
daaivloor gelcgcnhoid le vmdeu, eenige voor de zeevaa.l belangrüke uiüioeken vnn licl land, klii.pcn, onz., die tot
bier 100 sleobls onzokop bepaald wai-en, op ic ncmcn, en tevens ccn vvaakzaam oog Ic bouden op de zecrocve«, die
zleb gewoonlijk in de kleine inbammen ilezcp kusl, of aebler de daarbij gelegene oilandjcs versehuilen. Do bevigc buijen,
waarmedo de Wosl-Mocsson liare ki'acbt l)cgon tc doen gevoelcn, was ons cebler in deze bydrograpbiscbe werkzaainlieden
zccp bindcriijk, en noodzaokle ons mcestenlijds, 6<Snc of Iwec mijicn van lai.d vcrwijdcrd tc blgvcn. Do kusl veplooni
bier eene aaneenschakeling van boogc bergen, waarondcr de vulkaan van Tambom een' ecpsicu rang bekiccdt. Slawn wg
u,ct bewondcpcndo ontzetlmg op de bcerlijkc gedcnkslukkon, die van bot vcrwocsle licrmUmwu cn Po.npcji weulen
opgo<lolvca, by, die tegenwoopdig de slrajiden van bei Rijk T«mbor«. bezoekt, zai gcwis, in cenc sprakeloozc verbazirig,
mel buivering en scbrik bei oog slaw op bet onafzienbare looneei van vci->vocsling, dal hier hel aai^di'ijk overdekl.
üitgeslrekic cn magiige Rijken, aanzienlijke Steden en duizcnden van menschen we.'den dnoi' do verscbrikkelijkc
uilbarstingen van den Twnbcra-hct^, in April, 1815, onder de gloeijendc lava bedolven; wal nog aan den schier alles
ovcrslclpendon vuurslroom ontkwam, wcrd doop de omvcCrstaanbare golven der zcc weggeiukt, die, op de vi'cessolijksle
wijze door eene ondcpaardiche «huddn.g beroerf. zieh plolsoling 12 voet bovcn bei vlakke land verhief, alles
wegvaagdc wal nog door bei vuur was vecschoond geblevcn, en mel dczelfdc woode ii, hawu sehoot lerugkocrcnde,
ecncii afgrond opeudc, waapu, gebeek landsircken wegzonken. Dngen aeblei^en vverd de zon verduistcrd doop den
digton aseteegen, welke zieh zelfs tot ovcr bei midden van Jata cn lot Sl„h„scr uid>reidde, en de douderendc klagen,
die den nitgeslinge^len vuu«l.x>om vergezeldon, wertlen door de gebecle Malu/.kcs, en wesuvaaru tot ver in S.wmim
gcboord. nongerenood en gebrok wai^n bei naluurlijke gevolg dozer wefirgaleoze ramp. Do Rijken T^mbora, Sumbawu.
Sa,^ar, Pik<.l (of Popikat) en Dcmpo. welke alle meer of minder aan hel Ncdorlaudscl. Gouvernement onderwoppen
waren, beslonden niel iuecr; ook Bima onze l.oofdbezilling in bet nooi^oostelük gedeclle van Sumbnwa, loed zv<'aaionder
den algemeenen kommcp, doch heea üians weder hare welvaan tcpuggckpcgon, waaptoc de uiln„u,tciide ligging
van de hoofdplaals Biim, aan de baai van dien naam, aU sl.ipclplaaU voop den uhvoer-handcl in sapaii- of verfi.onl,
paarden 0, rijsl, zeer veel bijdraagt. Gowis zal de alle wanden lonigcndc lijd ook bier zijnen weldadigcn invloed doen
gevoelen; doch velc geslachten zullen nog voorbij moeten gaan, ecr de geslolde lava-ko«t, welke de« oordcn ovcnlekl,
in eene vruchü>are groudbag is herscbapen, eer boomen en planten weder uil do aseh van vorige verrijzcn, cn hol
tooneel van verwoesüng deszelfc vriendelijk gelaal en den weelderigen looi der kcepki^ings-Widon terugbokoml.
Toi aan de zoogeuaamdc IJitrkaap, den noordooslelijkslen oiüiock van Floren, hielden wj de noordkusl van
de uilgeslrekte eilanden-reeks, die aU eene onafgeb>«ken ketcn van bei vaslc land van A.iS zuidoosWaarls rondom
hel overige gcdeelle van den Indückcn Archipci is beenget«,kken, en zuilden daarop mel de noodige )>eboed«.amhe.d
do enge straal Fhn,, lusscben bet eUand van dien naam en bei ooslelijk van daar gelegene Ade-mm, binnen, om
door dezc en de daarm uilloopondc straal lobe-Tobie, bngs Sohr, onzen koeri> naar de sla.l Kor/xmf!. .-.an den
zuidweslclijken boek van Timor, te rigloD. Een slroon. vau 6 mglen per wacht drecf de korvct n.el vcpwouderlijko
snclhcid naip binnen; doch juisl in bei naauwslc van Siraal Fhres zijnde, krcgon wij denzclveu ecnsklaps legen, en
daar de boogc Piek mn Larnng-Iocha op de kust van flons den wmd gchcci oi.dei'scheplc, kwamen wij len ankep.
Cnbcschrijfelijk schoon is hel gezigl in deze zecengle, die op sommlge plaalsen siecbls eene balve mijl bi^ood is; aan
weirsziido ziel men bet levondigslc grocn aU uit den belderbbauwcn watorspiegcl oprijzen, on de hollingcn der bergen
Wt aan bunne krauien bedekken; hier cn daar liggcn sebildoi^achtige dorpon met bcbouwdc akkers versi-i-eid, van
waar men elkander de nadcring van een sebip door bot onlstcken van gi-oole vnren ziel seinen. Op Adcnara onKlekl
, gebonwcn, die lusscben bet omringendo geboomte zoo velc bckoorlijke villa's
!cstc wappeit de I'orlugesclio vbg, cn de k-scbavcndc band der Europeanen is
r Woeste, boezcer ook scboone eiland Flons, merkliaar tc ondcrseheidon. In bei
men verscbcidcne groou
scbijnen tc vormen; va
er, in legenslclling van
bcgin van 1613 wcrd Solor, een cibnd l«zuiden Adc>m,-a, door den UollancUel.en I
Poplugozcn vcroverd; doch, hctzij hel ondepboud diep bczilling voor de Üoslindiscbe Comp
men dczelve, als weii>ig vooptbrengendo en le vcp afgolegcn, van mi.idop belang achile,
weinig meer om haar beki^eund. Tot hl 1828 bield men nog een' Ncderlan.Ueben Posdi.
eiland Solor, die onder bet besluur van den Resident van Timor stond; doch legenwoordig is aldaar
le kosÜMar was, of dal
hceft zieh allbans latoi>
10 Laicnijang, op hol
bot vroegerc gezag, dan de lx>i
en Solor bcslaal meercndeeU
van de kampong Larang-loekt
ondcr bei gezag
n bei fort Fi-cdcrik Houlrik to bemerken. De bevolkin;
Dirislenon, die door Portugescbe zcndelingen zijn bckcerd; ook de inv>pneis
lüden gehrekkig de Roomscb-Kalbolijke godsdienst, zonder dai zij zieh evenwel
zieb veeleer, nu als ccn vpij volk, soms als ondci^danen van bei
II dan weder an bei Portugecseh Gou>cmcmcnt verklären, al naardat
itl esuvnunocf» van BolMllt'. De KnlrrUluIxlir Goisbclilier cour Tasligtinki