QWl cenca vui'lgen gUiDs; Uii voor om de ingang vnn eo.i scliiep oiiüoopdfii.gbAtir wouii, d;a 2lcli ak uo.i
drcigcudc hinclcrpanl opwicrp; myn vricud S. wsrd door <k kille voclillgc morgenluolu, clic van J«.. l.crglop aM«nl(lf,
bcvangen, en viel iii alles scUcen o.u af te scliritkcu en toi den teruglogi le nopeii; door «i.o «.wrijving .1er
ma^gliolte met eau de Cologne bvam S. echter ^^•eder bU; wij nnmen cene leiig uit de vel.llloseli, en twce Jiiviinen gingen
met groóte kapinessen vooruit, om <loor bel in mm.nden, mi«el,ien j.re.., niel bc,«Ulc en bijkan, vc^i^ccide voelpcd
ecnen wog te bancn; de ovcrige volgdcn met lange baniboezcn vol rijst of ari.ikwaler, en met iiicuwen moed iralen
wij liel duiikerc boscligewelC binnen.
Uei is moeijelijk cen licnkbceld le geven vnn de k.^eUlige vegctaüe, welke in deze son.bere v/ouden beerscl.t.
Reusochtige Ijoomen, die misscliien eeuwen teilen, ^v^inson Imune lakken ineen, grocijen in elkandcp en vornien eeno
difrtc mossa, «-aar zclfs gecn mnnestraal doorlieea kau boren. Duizcnde beesters verdiOiigen iieh in de overblijvcndc
imschenruimle, of vinden In.nne kiem op de takken der bocinen iclvc. De fraaislc blocmon ifengelen ¿el. .....i .le
inon9lcr)¡laden der liancn om de wieU van linlf vcrganc Ironkcn,
bceblen zieh Ii
bladbevvoncrs. Hoe booger wg kwnmen, boc mocijcbjker om
afg.ouden. «ier dieptcn niel te ontdckken zijn, gaapten diU-ijb
îieh naauwlijks zc n kon, Ol
iweliiks herkenboar voctpad werd; uzing\vekkcndc
wederzijdc van ecu' smnllcn bergnig, «aar de voel
benen, en slccbts door ons krampaohtig nan de vcehtigc, gilbbeiige mei mos licgroeidc
laiLken, of ann bei tengcre, vaak broze beeslcrgewas, dat zieb tusseîicn dezelvc verwaise, v.^
ringslc misstnp ecn' onvermydclijkcn en vcrscbril
lerkcüjkc boogte bcrcikl te bebben, t<
•ii die gevani'lijke ploauen voorbij,
gevolgc gebad bebben. Ik giste rcedâ
sunk gewaarvvcrden, dien wij eerst aa
uit den nabij zijnden kraler voorl tc komen. Allengs kreeg dan ook
c'mdeUjk olels meer don cene mcnigte verkoolde of
aU door do ontwikkeliiig
c lioudcn, kwameii
n dood zou icn
. docb die de inbndei-s ons vcriokcrdeii
bet boseh een mecr verdord aai«ien, en vertooade
lavn-ascb en raodder bcdckte boomslammen. Een dof ge.-uiscb,
dccdzicb lioorci
"onlzettendc Lebt boven bet geboomte cpwaarls dwarlden, traden wij buitea
van den kralcr.
TreOend, maar verecbrikkclijk is bet gezigl •
en terwijl dikkc roukkolonmen
St boscb en bevondcn o
3n niurmond der aardc. Eone opecnstapeling van groolc en Heine
•enkkmnen; lava- en f^cbiclbrokken met cene ìaag van T<lttcn of blaauwacbtig grijzen modder, aseh en gli^lcrende
.wnvelkriillen overdekl. vormt bier cene ondiepe kon. van ongeveer 300 pa^n diameter. ÄUt een »is.nd gcln,d
zlet men uit negcu ve«cbillende gaten de kokende mavei en m.xlder oplxírreien; mnar ook de gebeele bodem van
de» krater leverl dit versel.ijnsol op. zoodra men met oen' slok in denzelvcn steekt Een vcrsli^cndc ^aveldamp re«
uit de» gaie,. Ujn.egt omboog, doeh ve,^reiddo neb soms om or^ been, u-anneer een afdalende Incblstroom de
rookïUilen uitcendi'ccf, , , , , •
Van aUc zljdcn door «-oeste lava-massa's ingcsloleu, was ons het gez%l naar beneden gel.ecl Ijclemmerd, en
onbewust van het gev.w. waarin wij om moedwlUig begaven, besloten wü door den krater been le gaan om aan
gene .ydc cene lu>ogle te bekrunmen, die zieh d ^ d«r de uitge.-orpen steenen circa hondeid vooten l»ven den
L e r Rcvormd bad, en van waar wij om een ongel>inde«l gezigt in denzelven en ve.xicr benedenwaarls voors.elden
Te vergeefs poogden de Javanen door bidden en stneoken om van dit waagstuk terug te Uouden; .y blevcn i.n,ver.nd
aehler en belen oris alleen voorlgaac. Mel een angsüg gevoel bemerkten wij weld.:., hoe gegrond bunne vrecs vv.^. de
broze zwavelkom, «-aa„>p WÜ Uepen, en die met doi.ende IHaije kleu..n sebittcxle, golfde als
water o..dcr ot.ze voelen; waar wij deze cpligllcn, volgde onmlddellljk een witte damp, en do woede,
onderaardscbe vuurstolTen spool uit ledere opening, die wg
•ngcling van
stokken maakten, om te zien of geene verraderiijke
vuurkolk on^r d7™¡ki;0g;;ndlaag verborsc'n lag." De diepten der ,voele,.de moddcsaten waren met dc ^^
stokken «ici te peilen, en dc l.eete bodem vcrgunde ons geen oogenblik «il te staan; bclgcen ons cel.ler bgzonder of
^ J t Z Z. ..¡Ider, maar ijskoud «>et w..er, die geene l^^•ee voelen van een der grootsle .c^ergaten opweUle
nelkwamonsvoor nlsof de ve^ebillcnde vuurmonden dezer solDxlara gedurig van plaats en cmvnng vera.uleren, tem-ijl
het gebeel bel «»n.'len heefl, alsof de vourbe.^ nog la bel l>egin va.> deszclfs werkmg b, be^n door de overlevermgen
,1,.. R.„.„n„ne.s. die van geene ulü.at^ling van den Poeloc-Sari gewagea, nog «•aarseb.jnlgker wordl.
Meer dan rijkelgk vierd
to Uet verl.evemte gezigl beloond, loen wij eiiideiyk de tegenoverliggende
boogle liadden bcreikt. D.U.- la« de chaos van
dood en ve.'..ielmg; vreesselgk geUiigen de
beuwleii ons In bergen en dalen. In v.-uebü¡are tuli
ee..er kwistige Nnluur ten toon s,.rcldde! Geene ne
le.igeii, al bet sebooiie ci verhevcne van dit onve
vocten (Plaal XVI); alles vcrkondigde in denzelven
, die zieli tusselicn de lav.i-brokkcn vcnvanijn, van
het o..dera.i«lscbe vu.ir; maar ook le Uefelljker, rijker en sclu>oner vcrloont zicb
.afiieiibare ravijnen. neeriijk eontrasl, dal zicb ruim 4000 voelcn
. e., akke«. In dolmen, riviere«, bosschen en velden, in dea selioot
dampen of digle wolken verhinderden ons, .nel bijna oaverzadelijke
k bugs de licUingen der
¡k prächtige Lifereel te genieten. Sleehls nu en dan werd het