' ' K i - ,
i l »
r'i
"lis:
ivii''Li>
I iir"'ii'[il|
: 'iinr'i:
I I .
aniieii cil bcciicii stiiokaulilig iii allerlei «cndingcn le bcwcgcUj zonjcv
vriniidcitn. Dit menâi'ieii, of donscii, nU liet îoo bcctcc rang, scliccu v
•W-li ko» uns iiiet i» zulk «uc mate ¡jckoreti. Itar nku ¡«îralligs uitdr
Jat mon daiiibij liape vocten van pbals ïict
I' du iulandore du grootile NTOvigde le iijn,
ckcnd gebareiispel gelijkl iiiderdaod dal van
(frootc bewopkluigde poppen; boovecl smaak zjj bezilten, bcwijzcn de paradijsvogeb, die zij in de band boudcn en
daannedc rondzw-aaijen, moar waarvan zij bel sobooDsle acraad, den sUiarl, mcer dan halvciweg« hcbbcn «rgcsncdcn.
Ook was ondcr dezc danscrosscn, orschoon toi dczclvo de fraable mcUjrs der nogorij gckozen worden, gecne oiikelc, wclkcr
gezigl of liouding ieU bckoorlijki bad. Bij liet middagmaal wocdcu wij door de njora's bediend, »•anrvoor zij, toi
hclooiiiiig, op Mgowcer vergast werden. Ilei scbeen, dat dezc drank barcD geest «enigjins opwckie, want toen, kurl
daaraa, do onde Schoolmetster van Orna met cenc vemiolmde viool binnculrad, waarbij ziob cen paar Duilislcn vocgdcn.
l)egomien zij lusüg op de Ëuropesche -n'ijzc te dansen', en noodigden de gasten uit, baar lot cavaliers le vcrstrckkcn.
De kliieîitipe manier, waîttop de Scboobnecstcr en zijne balgenooten de Uollandscbe eliquetles nabootsten, vcrmaakte
uns ecn' gcriûinen lijd; mcn seliecn onvermMid, zuodal bel »Palerlje längs den kanl" nog niel geiindigd was, tocn
i-ccds de dagimd iict lamplichl dccd vcrilaauwen. In de orambaai, waarmcde wij ccn paar urcn laler van Oma afi'eisden,
slcldcn wij ons sohadeloos voor bel gémis van den slaap. De Ucer K. bad dit vaartnig zoo wel van ailes, wal lot gemak
en genocgeii kon dienen, laicn voorzien, dal bot yobnaakt naar de roef van een pleizierjagt gelcck. Tegen den iniddag,
terwjjl men stecds längs de boscbrijke kuslcn van liaivekoe voorlscbeple, slaptcn wij voor eenige cogenLlikkeu ann de
Islninscbe negoi^ Pelamo aan wal, om den Radja aldaar niel te leur le stellen, die tnct zgnc Ijakalûé-dansci's reeds
uil de vcrlc loondo, dat men ddâr op onze komal gcrckenil, en er alle» op voorbcrcid bad. Togen 9 uro des avonds
oiiUetiecplen wij te Bai-ia, een der voomaamsle dur|)cn van hel eiland Saparoea. Bm nog vcel grooier getJ njora's,
dan le Oim, wacblte er ons reeds al draaijende en sebuifelende in hel buis van den Vorst. Zij munltcn uit door bare
nette witle bacljoe's en sierlijke geplooide sarongs, die oni de middel mel zilveren of veigulde gordels woi'den bijeengeval;
ouk waren er hier wel eenige, die cr niel onbevallig uiUogen, doeb barc stijve bouding en onbewegelijke a.ingezigten
bleven mg steeds vcrwondering baren. De Ileer R. verklaarde mij echter, dat rulks alleen aan de tegenwoortligliekl der
Europeancn te wijten is, jegens wclke ïij sleecls de mcoste ingelogcnbeid en eerbied in acht nemen; maar dal op de
zedelijkhcid der iijom's anders juist niel veel !c roenien vall, betgeen reeds in bare welluslige gebaren ziglbaar i», ats
zij sich bij bel menâricn voor de vrecmdclingcn niel bcboeven in te houden.
Met draagsloelen w'oi'dcn wij van daar naar de boofdplaats Sapai-oea gebragt, waar de vriendelijke eehtgenoole van
den lleer R. bare gasten met ecn heerlijk souper opwaebtte. Saparoea ligt aan eene ruimc en diepe baai, die door
bel fort HuursIaU wordt bcslr«kcn. Deze sterklo weitl in 1691 door den Gouverneur sciiionEB aangelcgd, en heeft in
18!7 eene bloedige vermaardbeid verkregen, toen er de Resident vas oek berû mel zijn wecrioos buisgezin, en de gebeele
bezelling, op de gruwzaamslc wijje door de opgeslane eilanders werden Tcrmoord Binnen de van klipsteen gebouwde
wallen zijn gocde kazomen, oilleierswoningen en bel nageipakhub. De Assistent-Resident heeft zijn buis builen bel
fort, aan ecn grool plein, dat door eenige steencn gebouwen wrdt omgev.en, en van waar men liet kasteel DuursMc
vl-ik voor scb ziel liggen (Plaal XXXD). Do inlandsehe wonmgcn liggen mecr landwaarU in vcrsprcid.
Onder de togtjes, die wij te paanl in de omstreken van Snparoea deden, bcboordc er voomaroelijk een naar do
nagelluinen te Papéroe, anderhalf uur van de boofdplaata verwijderd. Wij beklommen hier eeuen nageltuin, die ruim
300 voelen hoog legen de bcUing van bet gcbergtc is gelegen. Sommige boomen vertoonden reeds den zieh langzaam
vonncnden nagel, of bloemkeli, die io Oclober, voordal bel daaniit voortspruilendc hkwmpje zieh heeft geopcnd, woi-dl
geplukl, Ook zagcn wij hier de elders zeldzame tjcngkej-radja, of koningsnagel, die een dubbel kroontjc, doch anders
geene uitstckcnde hoedanighedcn bovcn den genonen nagel liecft. Saparoea bestaat, cven als Uaroekoe en bel meer
zuidoostwaarls gelegene cilandjc Noesa-laioul, gezamenlijk de ülirusersckc Eilanden genoemd, hoofdzakeüjk van de
nageleultuur, die hier bei GouvemenMnt belangrijke winstcn opleverl. Opmerkeigk U bei, boe uiteenloopend de opbrengst
der nagelen hel eene jaar bg hel andere verschilt. Zoo bcdroeg, b. v., de produelie van al de Amboinascbe Eilanden,
\TaaronUer, behalve de gcnoemde Uliasscre, nog Ccrnm, JBoeroe, Amilamo, ISanipa, Kelang en Borna worden
verstaan, in 1837, 308207, in 1838 slechls 61854, en hol volgende jaar 1,106821 ponden, eene boogle, waarloc
dezelve nimmer tc vorcn was geklommen, lerwijl bel jaar 1840 niet mecr dan 400000 pond oplevewie. Saparaea U een
van die eilanden, die de meesle nolcn afwerpcn ; de grond sobgni er nog voor eene menigte andere boomen cn gewasscn
bg uilncmcndbcid geschikl; mcn ziel er uitgeslrektc sagobosschen, en hier ea daar wcügc weilanden, waarop bei
Gouvernement een bosdei^uil kocbeesten laat onderbouden, nier melk de Inländers belcr tot botcr weten tc bewcrken
dan crgens clders in Itidiö.
ij1, n VL
»n d< »lliulr, nprfilih,. locllighs ä» tpr-Hg. eil