aarai'ijk als door cen floers bertekt, w
ir kracht en in d ! ^ kolonune
üucli dc2c oogcnbiikkcn wsi't
U kort, CD de inwendig g
vuurpoe! selicen da.-irna weder
le Uedoren. Ifet was üi.-ins 9 uro; de Javanen, door hct wcUlagcn o¡
uilgelokt, kwamcn
lol ona Over; het ¡•cosieren van cene opengespouwen kip, was voor Iien.ecn rsogcnblik werk, en mel graagtc deciden
»vü hun ecnvoudig, doch regt smakelijk ontbijt, w-aarbij een stuk van h« zuivere breede pisang-blad, volgens de in1and$che
NvijM, de plaals vac cen bord beklcedde. Uitgerust en verkwikt verlielcn «ij niet dan met weíríin hct onvergelelijke
plckje; liet afkliramen gcacliicdde mel dewlfde beilowlzaamheid als tiM bcslügen, cti dubbcl voldaan kn-amen wy
's namiddags Ic Pandal lerug.
Den volgendeu dag lette hct gezelächnp de reis vcort naar Tjiringin. Ondcr hct voortdurend gencl van schoone
Ii.ituurgeüigten, van dcnzclfdcn aard als vroeger en toch telkenä versehülend, bcreiklCD wy de plaata onzor bestomming.
Op tn-ec palen van <laar waclilte ons de Regent van Tjiringin mel cene caretta met vier rraaije appclsehimmeU
licspanncn; gaarae werd van deze belcefdlieid gebruik gemaakt, en met niet weinig staatsie reden wij het net gebonw-de
^lek binnen, alwaar wij in de gastvrüe woning van den Assistent-Resident, den Ileer S./ODzcn intrck namen. Tjiringin
ligt aan het zcestrand van de Pepcrbaai, door digtc bossehen omringd en daardoor voor h« oog der zeevarenden
verborgen, Met ecne lloUandsebe nellieid zijn de weinige stccncn woningen nevens een Ibrlje met aarden wallen,
rondcni den nlocn-alocn aaugelegd, Ilet is voor het overige in voorkomen niet vnn de andere Javasebe Residentie-plaalscn
oudei'sehcidcii, ci> bevat, bcbalve ee.iigc stnkken van afgodsbccldcD in den tuin van den AasUtent-Resident, geene
•VTii haddcD nu een bclangrijk, doch mceijelljk gcdccltc van cns reisplan, de sebaars bevolkte wildemissen in
de zuldelykc »trckcn van Bantam, vcorliandcn; om dus alle ovcrtolligc vermccijenisien te vcrmyden, bcsloot men eenige
niijlen leilende met groote proauwraa^ang"» af le le^en. Met de gamclang — cen' toestcl of raam mel ze tot hvaalf
metalen bckkens, hctwclk de Javaan mel stokjcs, bij >vijzc van een slaalspcl, bcspcell — cn meer andere inlajidicbc
speeltuigcn vcorc^, glccd de kleine vloot ovcr de cflenc watcrvlakte; geene stclende zonncslralcn konden door de atappon
daken, waannede de praaun-en overdckt waren, hecndringcn, cb onder bet genot der verfi'issclieude zeeluclit verbcugde
zieh ieder over den goeden mval van den Resident, om deze afwisscliiig aan onzcn togt te gevcn. In den namiddag
slevende men de monding der rivicr TjiioaJika binnen. De sncUe stroo® vorderde hier kracbünspanning bij het gebruik
der rieinen, daar de Zeilen in de luwte der bosschen, welke de oc
rs bcdekken, g ne dienst mcer dedeo. Reeds liier
zijn de sporen ecncr mcer Woeste ISaUiur agtbaarj geen i
I er de rust der schoongevederde
n gansclic légers van apcn sc
Hi!''
vogels, die zieh op dc takkcn der i}oomcn wiegen en fmnnn boogc wooDplaalf sc
te ÍKlwisten, en waar nog ceo ond vervallen liu^je door deszcUs vroegere bewonere werd aehtergelaten, had reeds
ecn wilde planlengroei die plaaCs bcdckt
W(j ontschceptcn aan het gebucht Paradana, eene armzalige kampong in het Pani?nbaHgsahe op 16 paicn van
Tjirlfiffin, en namen onwn inlrek in den passangraban, cen huU, dat men in de mecste dorpe.i van Java aantreft,
door dc Districlshoofden meet worden onderhouden, eo, even als de karavansera's in Egijple en Arabie, tot verbiyfpbals
van duortrckicnde vreemdelingen dient. De goede Demang van Pamdam onlliaalde ons zoo feeslelyk mogeUjk; ecrcbogcn
villi bloemtakken en klapperbladen waren er opgerigt; in den passangralian slond ecnc groote tafel gereed met koewéfakocwéli
finL-indseh gebak), waarin de rijst met klapperoiie cn Javaansclie suiker verroengd, ondei' honderd verecliUlcnde
vormen, den vemnfUgen bereider eer aandccd — oûehoon de Europosehe tong zieh met deszclû waigelijken smaak niet
kan vcreenigen — cn cm Iiet gehecl nog meer luister bü te zcllec, verraste hy ons des avonds op cene illuminatie. Ilet
is waar, dezelve bestond slechu uit lien of twaalf mosscUcheipen, waarin cene kleine somlxw (pit) flikkerde, en zoo
waren ook de eerebogen, het fceslmaal cn alies naar evcnrcdigbeid; doch do man deed jyn best cn kon dus op onze
levredenheid aanspraak makcn. Genoeg, de avond ging vroUjk voorbij, ieder smaakle zijiie genoegens cn de Demang
verheugde zieh, dat ecn hcldere hemcl zijne Uluminalie bcgunstigde, Mel aandacbt luisterdcn wy naar zijne verbalen
van de veelvuldige verwocstingen, sedert de jongste dagen in deze slreken door dc tygers aangcrigt; bicrdoor ecliter
niet afgcselirikt, siegen wij den volgenden morgen weder le paard, om midden door de oubewoonde wilderaisscn been
bet zuider-zecslrand le berciken.
Uit voorîorg legen den onverlioedsclien aanval van een' tijgcr, was ihans een ieder gewapend, en, daar hct
verraderlljke dier zieh zeîdcn of nooit tegen cene vcrecnigde groep reizlgers waagt, maar allyd zyne prooi ondcr de
achterblijvenden zoekl te bcipringen, werd door de gebeeic karavaan, die, met de koelies daaronder begrcpcn, ruim 200
man leide, bei bcvel gcgeven, ons steeds digt bij elkander te boudcn, Ecn treflönd bcwijs van het noodzakelyke
van dergelijkc voorzorgen vcrhaalde on» onderweg de Contrôleur L. Op zekcren dag met nog eenige andere personen
op reí! ïijndc, cn kngs ecn smal vocipad achter elkander rii'dendc, wordl ccnsklaps do acbtcrste man, cen bediendc,
door ecncn lijger besprengen. Vcrschríkt ttuivcn de voorsle paarden uiteen, en omziendc ontwaart men het ondicr,
dat zijne fcbauwen in den haLi van hct paard van den bediendc liad geslngen, met zyne piisoi ter aardc %gcn