T I E N D E HOOFDSTÜK.
Niet minder bciangrük dan Sonico, Celeòes en de OosCeUJkc gedcclun van den ArcAijiei, zijn de cilandcn, die zieh van
Slroaí Suiuic noord- en noord-R-eslWfiarU tot aan en lang» bel sohiereiland van Malakka uiuirckiien, en dc Weslelijke
grenzen onzcr Ooslindiscbe BezilUsgen vormeD. Nevcns hcl om dcszells rijlien inhoud van tin zoo algcmcon geroemdc
itcn li^ndc Billiton, cn de onlelbare eilandjcs, die, hier in digte groepen, ginds
n den Resident van Riome uilmaken, vindcn ȟ bel uitgeslrekte Sumatra, verreweg
eo, cn zclb mcer dan maal froolcr dan Jam cn ongeveer maa) dan Celebai-
Triton, in de maaaden Jnnij tot Oetober 1838, bezocbt, cn nogmaala de korvet
iillen wij dczelve koHilijk irachtcn te bestbrijvco.
Bmika,
vcrsprcid, gezamenbjk het gebied >
grooler dan al dcze eüandeo tc at
Ook de« sirekeD werden door di
^a des morgens yroegtgdig vo
dced iwellen, waren wij weldra tc
r Java's boordslad bct ankei'gcligt tebcbbea, e
. buiten dc cUandea, die de baai van Satacia a
i tcnvijl de fi'isscbe Undwind dc zcilcn
n dc noordzijdc bisluiicn, gevordei'd.
{ligbeid stuurdc men längs dc zeogcnaamdc Dtcisend-Eilanden, waar menigvuidige zand- cn koraaibankoii
dzakcbjk nvikcp; mcl niet minder voorzotj zcilücn wij, door de enge Lwipara-pussage, Slraal Banhu
n kwamen den Vierden dag na ons verlrck voor Muiitok de lioofdplaats van Banha, ler reede. Hcl gezigt
van dc kuil
läge,
slrcep, die, mgens den groolcn afsCand, niets v:
:n doorgaans ¡let digUlc by d
it zieh sleehls als cene lange g
btige bosebpartijen laat enderscbeidcn; tcro'^1 di
it )>laauft-achtlge tinten aan den gczigtcindcr teekcnt.
licuvcUeblige, maar nog vcrder vcrwijdcrdc Bankascbe kust zich re
Bevallig verloont zieb daarentcgen Sluntok, a.
en orscboon dit plaaujc gcenc uitsickcnde gcbouwcn bevat, zoo gcven tocli de groote sleenen Gouvcmemcnt^pakbuizcn,
bij do limdingpiaats, de nelle mttc buizcn der Europeanen, bel fraaijc geboomte, dal dcMlva omringt, en ondar
wclks sebaduw zicli brccdc paden langs de bergbcUing sUngcron, don vrcemdeling cenen aangcnamen mdruk. Slcebla
wcinige Europeanen zijn te Munlok woonaclitig: bun gelai bcpaalt zieb tot den Kcsident van Banka, wiens woning
in de nabijbeid van bel fori gelegen is, ecn' SccreUrls, mei vìcr ondeijesebikte Komraiesen, een' Onlvanger, cen' Opzicner
der boutilapeiplaali, ecn' Elève van den Waterelaat (aldaar sederi 1839 gcvcstigd), bcnevens de OlEeicren van bct kleine
gamizoen, Zoo als op de raecste zoogenaamdc Buitenposteo of Eiablissemcntcìi buitcn Jaai, i» hun onderling verkccr
lamelijk ccnzelvig, tc mecr daar gcene Eui-opesebc koopvaarders dezc plaais l>czocken. Onder dc Uateijers cn Qiinczen
liecpsebl eeliter cen, bij groote bedrijvigbeid, bcitcndig levcndig vcriicr: sonimigc liunner zijn haiidwerkelicden, anderc
bouden amfioenkitten, dobbelbuizen en warong's; )noar bel mccrcndcel bestaal uit handelaars, die ala 't warc do
gelicele markt van inlandsebe produelcn cn van clders aangcvoerde gocderen in bandcn bebben. De bergbenoncrs
(orang-daral of oraiig-goenong) komen bij ben, om lijnwaden, rijsl, toui cn aiidere noodzakelljke levenelwiioelUn in
le ruilen tcgcn bclgcnc bun arl)eid, bel kappcn van planken, bel inzamelcn van bare, was, bonig en cen weinig
nard- cn boomvrueblcn, bun oplevert; de kustbevolkiog [orang-sekat of orang-lawui) viiidt bij ben gclegcniicid, om
• berg Monopyn, of Mamembing,
_ Ü9 —
aan vindi'ii, v Il de b
I, bdiiigeii van aiiiieseli.'
¡eh bij iien vervocgen, om
eb, kai-ct, lili>aiig en àgar-àgar, in welker vnngst eii boveidiiig dezc bun b.
,j de noofden der van «¿OKIÜ cn Singa¡>ore körnende praanwn brcngcii bij 1
kramerljen, lijmvaad en gambier, cn ook de Europesche iiigczetenen van JUwUok ir
zieh van ryrt, pluUnvee, vruchtcn, gi-ocnten, enz. voor bunnc tafel te
van St,aal Banka uitwaterendc rivier vnn J'alembang «o.di aangevocrtl. De tcgeinvoordige K.pUeii.Xlimees licelt
«roote seliallen in dczen klein-baiidel gewonnen, cn zijn mvl«d op de onder .uu bestunr bcl.ooren.le Cliuie«n, Uie
ganscb niel bct geringste deci der bevolki.ig uitxnaken, U daadoor van dubbcl gevvigt geworden. Hij is, benevcns
de Luitcnant-ibinecs, advijserend lid van den Landraad, die door den Resident vvordt voorge.eten en voor bei oyerige
uit ecn' Fiskaal, vier Ualcisobc Uoofden, een Djaksa en ecn Pangoeloe i» zaiucngesteld, cn waarvoor .die cvile cii
criminclc zakcn bcliandcld u-ordeii; ler^ ijl dooiUtraf en na;islbijkoineiide gewigtige vonnissen aan dc gocdkeuring van
bct Dooge Gereglsliof te Balavia ziju ondervvorpen. . .
,, dnar dil alles van dc aaii gc^ne zijd.'
mnlok en deszelfs ommclanden, ten weiten en Blicnjoc ten ooiten van de g.«.tc KlabaUaa, m
bei nc^rden des eilands, Sc.,.gcj-Le<U cn Mn,-a,ca,^, PaM-Pina,^, S.e.^'cj-Slan, Koba en Toboüt,c y^cn de
aebt dUlrieten, waarin Banka is vcnieeld. Zij bcvatten cene bevolking van »5736 zielen, van welke er .J770 opde
boofdnlaats wonen. De inlanders lijn ilohuinmedanen, die op cenc gebrekkige wjjze den Pi'olbct ' • •
le godsdienst verwam-loozen. Nergens op Banka vindl men inlandscbc sebolcn. iclfs de Priesters, in
niedere streken, waar dc Islam bcleden wordt, zoo zcer gcöeibiedigd, bebben bier «einig invloed. De oruiigKlarafs
ondersebeidcn zieli van de orang^kafs door bunnc mindere rvwbckl, Dc laaUtc z^erven bct grootstc gcdeeltc van
hun leven op de zec of liever längs de kuslen van Slraai Banka, waar zlj zieh mei de vlsebvangst of bet steken van
iripang bezig bonden. De orang-sckat's van de nabuiHge Li^ga-EHandel waren bier in vreege.e jaren l.unne medcd.ng.
zclPs iovamen, op gezcllc tijdcn, gebeolc violen vaii v isscberspraanwen derwaaru, cn vele
gcnoien daaidoor welvaart; doeb daar incn van l«idc zijdcn ziel, aan de sebandclijkste
werden de orang-sekat's door onze gewapende kustvaarluigen geconvojeerd, cn eindciijk zü" >
ter^vijl tene koloniale oorlogs-selwener en zes kruisbooten tot bescberming der knsU
werden tocgevoegd.
,.llv..,v>. woi'dt door de bergbevolking slccbts winig beoofend: welligt door gebrek
eiders aangevoerd, zieb bier niel gcnoegzaam vermeiiigvukligen,
• dc rijslteell op sawah-velden te bebben; alUians de inbiideiladang's,
of drooge vciden, die niel door walerleidingen, inaar aUeen door den
algcmal
gewe
gelegene p
schuldig maakle,
Ziiiga gebecl cn
aan den Uesideiil
a karbonweii, de
onmisbare bcwecgkmchten van den ploeg, daar die,
De grcnd sohijnt daaienboven gceiic geschiktbeid
vergenoegl zieh met bel bebouwcn van ladang's, c
reseu worden bevocbligd. Ueermalen hcell men er ook de culluur van to/Bj, suiler, pei«r
doeb zonder dal zulks tot eenige uitbreiding is gekomen, daar zoowel liet een ab bei ander aan de bcbiigen der
ünmijncn werd opgeolfeiJ. llet rivierwaler loch is uiuluitend voor derzelver walcrleidiiigcn Iwnoodigd, en niei minder
hcl brandliout uit dc bosseben, die Banka als overdekkcn, en waarvan een gedcelte voor bei ontginnen van bouwianti
zou moeten worden gekapt.
In 1710 begon men liier voor bei ec
Palembangsclie Sultans, waaraan bct rnim
Opperkoopman.
dc iminijnen le bewerken. Banka behoorde toen tot hcl gebied der
¡ne halve ecuw, nadat de 0. I. Cpmp.-.gMÌc, in 1020, baren eersten
had gevestigd, door vermaagsehapping mcl bei geslaebt van den Koning
„in Banka cn BilHton, is gekomen. Rceds dc eci.le mün^ntginni.ig was veclbelovend ; maar sederi dcelde Banka
in al de oorlogen die tusscben de Nederb.ndcrs en bei venaderlijkc Palemba,ig bebben plaaU gehad, cn ofselioon
bei ook in I8I2! door dit Rijk aan E n g M moest worden afgestaan, en daarna, bij hei op nieuws verrijzen der
Nederlandsebe vlag in onzc Indische Iteziiiingen, als bijzonder eigendom »an ons Bestuur overgii.g, zoo deed zicb
ecbter nog eenen geruimcn tijd dc scbadelljke invloed der l'alcmbangsebe Doofden op de bevolking in Iwt algemeen,
cn op de mijnwerkera in bei bijzonder gevoelen. Deze gcwclenlooze Despoten, die slccbts voor zinnclijk genot leven
cn door allerlei listen en k-nipcrijcn hunne ondei^dancn di'ukken, werkten dcrzclver zclelijke besehav„,g en oiUvvikkelmg
in alle opzigten tcgcn, waarbij zij geene gclegcubei.l Helen voorbijgaan,
Nedcrlands.
1 alle nuttige instelliiigen des
Í afteerig le makcn. Langzamerhand is die invloed verminderd, cn met de tegenwoordige
bcvesliBing van rust cn vmic is ook de opbrengst der tinmijnen loi ceiic ..„..ic.k.ujkc
Dc luijnen woiJen byna uilsluitend door Omiczen, sleehu zelden door inkndcit bearbeid. V,«igcr stonden dc«
w erklieden onder bct omniddcllijk bestnur dei- rijke a.meselic mijnniigenaa.'s, en in bct dislriet ToboäUc bebooi^dcn zlj,
in 1834, onder zekeicn Annnemer, a gcheelcn, zoader dal het Ncdcrlondseiie Gouvernement er
mede inllet. Wci.,i««.niglicl.l cn gcdui igc ondorlinge gcsclùllcn nooptcn den Aannemer e,i«lclijk, zijne mui.cn
s Gezag 0 r le diTigen. gestreng toezigt cn cene verbeterdc besturing waren bicrvan bei gevolg;