Hoc meer mcn de oudc slad Banlam uadert, hoe meer ineo overluigtl wordt, dal al haar vroegcre luisler teo
ecncinale is vcrdn-enen, Vergeefs Iraclil liet oog nog cenigc Sporen van votsEelijke verblijven, van heehte muren
en bolwerken le ouUlekkcn. SIeeliU « u belangrijk gcdcnbluk der oudhcid blecf nog door de sloopeode ccuwen
gc-spiiai'd. Mon nadei't !iet cven bezuiden de «lad, längs eene brcede laan, aac • welker wtlkcr einde iwee li
monsteraehligc
waiiiigic-boomen de verbazing des aanseliouw-cra c
eeuwen toi zicb Irekken. Ddilr verheil zieh, nevens
lüivu (Plaal XID). Ilot heerlijble panorama bcloonde oi
haddeii Ijeklommeii. Aaii de noordzijdc, op de plaals.
kwamen, van wanr Iwvelen uilgiugcn voor Vorslen e
of aiinezcn, die üi bei vooruitzigl ccner kleine v
lets vei'der bi'eidt zieh de sclioone baai vau BaiUom, i
liissehen cene scliakcl van bergen en rogls lusschen «
Tji-peieh zeewaarts kroiikeleii.
,e goilsdicnsligc vereering der bijgcloovige Jnvnnon reeds sederi
enen Islamsclien tampcl, of masigit, eeo lionderd voet hooge
¡e moeile, toeo wjj tusschen de dikkc muren deszelfs omgangen
vanr eenmaal alle liandelareQ van Asié cn Europa ler markl
Q Koningen, verecliuileu zieh de armQe<lige buiäjcs van iniandci«
:t bun veil)lijr in de ongcronde moeriiasige L-indslreek vcstigdcn.
lommcnijkc eilandjes en wemclende vissciierepraauwen, links
I moerassig kreupelboseh, uit, waarin zieh de takken der
Ilel innerlijke van den icmpel heanlwoordde minder aan onze -v-en^-achting; in deszelfs icdige ruimle ziel men
niels dan de zwai'e halkeii, seliragea eu sU-inders, die tot hei verband van liet gehecl behoorcn, en vrü zonderling
alle in eeneii sehuinsehen stand .ijo geplaaUl, De eenvaardige Priester, die ons rondleidde, verhaaide mij, dal de«
honwörde tot de geloolswetten der Javanen behoorde, ivaarhij hij eenige fabeleii opdisehte, zoo als mcn die bij iedere
merkwoardige uiidlieid op J<mi terugviiiill. Regls van den Icmpel loondc mcn ons, bi eencn tuin onder de sehaduw
der bloeijcndo grafbloem-boomen (pubon-kambodja), de heilige Sultaus-graven. Deze graven zijn niets anders dan läge,
bn5^^•erpig-viel•kanlc stecnen beddingen, waai van sommigie met eeuige Ornamenten der voormaUge Javaamche bourvkunst,
en niel de spreuk: «In den iiaiim van God, den Barmharlige, den Omfcrmer; eere zij Godl" in Arabische karakters
vereierd zijn. De oiibcgrensde eerhied, dien men voor deze graven koeslcrt, is oorznak, dal de meeslc met kleine i^dakjes
en Wille kaloenen schnlicls voorzieD zijn, lerwijl reuireerk cn bloemen voortdurend aau dazelve geoCTerd worden.
Van hier reden w^j naar hei fort Spcelicyh, aau het Strand tusschen bet digte kreupelgewas gelegen. De bastions
zijn aan den ;^cekanl nog gehecl aanwezig. Te vergeefs bcproefden de verwoesieiide elemeutcn hunne krachten legen
derzelver hechtc muren, en nog hcden worden ze door de Nederlandschc vlsg, die voor het kantoortjc van den
üntvangcr geplant is, gekrooud.
Längs cenen anderen weg naar Scrtmg tcrugkcerende, hieldcn wg nog eenige oogenblikken op te Karang Ilanloe.
Eei. vei'bazeud groot melaien kanon, van 131 Rynl. voetcn lengte en 12 duim wijd, onlving dddr de offeranden der
Javanen, die bi.ldende i^oodom heUcIve lagen i.edergclnieia; bet volksgeloof sehrijfl aan helzelve, bebalve eene
«onderdadige gcuce..ki-aela, de dgcnsehap toe «an «ich t« kuunen verwijden cn venwaumn, en bg de tallooze sprookjes
is hei moeijelijk cenig onderzoek te docn, «aariloor cn van woar dil monsterkanon aldaar gckomen is.
Inlusschcn waren tc Sera„g de noodign toeberddscicn voor de bodoelde inspectic-reis gemaakt. De Heeren
;\i5isient-Rcsidciitcn van Aiijer eu Tjirin^n (t^s-ee ondeihooiige afdeclingen) en nog andere genoodigde gasten voegden
zieh bij liet gezeisthap, cn met ons tniaWen ledca wij des moi^.is vrocgtijdig in een' groolcn roiswagen af. f"
rintig bedienden volgdcu Ic paard,
jagtgewcer, veWlKicldeii
•I grooter aantal koelies drocgen kleedercn. n drinkwaren,
boitciml Iiaai' het disuiel Tjiomai, almiar de Resident een landgoed had, op ongeveer 15
¡lalen van Sa-ang, legen de >ioürd«eslelijke hclling van den bcrg Kara»g gelegen. Zoo lang de wagen ia de uitgestrckte
vlnktc van Strani; voorli-oi<lc, was onze weg vrij eenzelvig; doch ceiiskLips veranderde het tooneel, toen wg aan
hcl posÜiuU bij den lÜ"' paal hol .ijluig nioesten achtcrlaten, cn den vorderen weg om. deszelfe Sicilie le paard vervolgen;
wij waren hier aan den vo.;l vnn den Ka.-ang gcuadcrd. Het slingereodc voelpad, tusschen kreupelgewas en ander
geboomte, Voerde ons s|»edig eenige hoiiderde voeten opwaans, en de schoonstc geziglen begonnen bencden uit
te breiden. Hijgend klommen onze paardcu al hooger en hoogcr, gedurig liiclden wij slil, om eenen blik in de vruchtbare
Vülleijen te wcrpen, totdal wg eiiidelijk op 1200 voci boogtc hei landhuis Tjiomts batikten.
Lilgcrust ran de veiraueijo.iissen en in luehtigen sarong en kalxiai gckleed, decd zieh mcrl<l>aar de wctdadige invlocd
dw bcrglucht gevoelen. Onbeschrijfelijk is hcl genot van dczcn koelcn atmospheer, die zoo plolscling de drukkcndc
warnile der Iwncdenlanden vervangt. Ilei is alsof een nienw leven in ons geboren wordt; sneller slrooml hcl bloed door
de äderen, nicuwc vcfilraelil spani de spicren, ruimer adcml de borst, en vrolgker, opgeruimdcr van geest, gevoelt
niüii met verhoogdc waarde liet vemikfcelijk schoonc der heeilijkste Naluur,
Ojii2agy,'ckkend verheil de Kara»g, achler hcl wooiilmi», zijne met zwarc bossehcn bcgrocide en in wölken
gcbulde kruin; een koele lucbtslroom daall onophoudelijk van denzclven af, cn aan bet heldere water, dal uil zijne
aderen ontspringt, heell men bei vcrkwikkcndc bad Ic danken, in den tuin van Tjioma> aangelcgd.
De fraaiste bloemen, zoowel der Europesclie als Indische FIOIT», verspreidcn hiei> hare welriekende geuren, cn