hei Ncdoilniiilsoho geschut Ion ondcrgcbragt, cn lici gcvolp on
du Celcl)0selie Voi«eii lol sUind kwam. TaneUe cn Saepa bcgo
T <loor de wapencn 1; i 1,et was evcnwle.
it ccn nieuw iraklaat m« nl
il den oorlog, doch werden ook
• liet vorige joar Boni zic)i gehecl liad
onilciwoiiwn, dal de vrode weit! bcrslcld- Dat dezelve nict duurzaam U geblcvcoj tccft de etpedilic, in 1840, legen
UM wcirspannige TancUe bewczen, cn bot scbijut, dal voorcerst nog sleclils eene nict onbelangrijliC krijgsmagt hol
Ncdci'laniUche gozag op dil gedcclto van Cskbei zsl kimnon docn eerbiedigen.
Do landen aan de West- en Zuidfcusl slaao tcgcnwoordig gebeel ondorhelbcsluurvan den Gouverneur van laakasaer.
Z\j woiJcn, bchalvc Ixet grondgebiedj dat onmiddeliyk onder de lioofdplaate beboort, verdeeld in: de Noarder-DUiricten,
met eeuen Assislont-Kesidcnl, de Zxiidar-DisU-ictcn on de ATdocbng Bontain en Bociehomba, met Gouvemcmcnto-
Gezagliebbcw. Dore Amblcnaren bobben eenige weinige ondeAoorigen le hunner bescbikking, lenvijl op de belaDgrijkslo
pujilen furlen of bontong's woijon gcvonden, in welke de mililaire magl is gclcgocd. Do naburige Rgken, als: Goa,
Boni cn TFarija, ten ooslcn van Makasser ¡01 aan deWcslkust der Boni~bimi, Gclisson, Sandraboni, Biraea
Tocrnlle, len juiden, Tello, Znmoero, Soping, Tamparang, bot uitgoslrcklo HIwuthaT cn Palos noordwaaru, en
de van doartcn oosten liggcndo cn door Woeste volkcn sebaars bewoonde landen rocjnrfjn cn Zaeioe, ofiocieoe, erkennen
alle bct Besluur van Nederhneh hulic; zij zijn ecliler meerendeels slecliU als albankelykc bondgenooien le besobouwon.
De bevoHiiug dczcr Slalcn wordl goscgd, over bot algemcen lalrijk lo zijn, docli is mct geene z^kcrhcid tc bcpalen. Du
eigcnlijkc Gouvcnienionts-lundoi. sobal mcu: de JVac-dc'-DUtHcb.;, op 100000, de Zuida-DUU-idm op 60000 cn
Bontain en Bockkomba op 25000 sielcnj lenvijl de lioofdstad ilahasscr, met bare omstrekcn, volgens eene lolling
IQ 1838 , 23575 inwoncrs boval. Bimn, op de Noordkust van Stanbnica, Staat, als cene afzonderlijke Afdocling \-an
Muhaner, oudcr liet bestuui^ van eeoen Assbtenl-Residenl. (Zie bl. 20.) De bevolking dezer gewestcn woixlt, onder
die van den gelieclen Indischen ArcAipel, voor de nioedigste en strijdbatligsle geliouden, zoo als trouwens de
oorlogen met de 0. I, Compagnic, en ook die in later lyd, hierboven korlelijk aaogchaald, gcnoegzaam bebben
bcwozcn. llun diiflig, wraakgierig karaktor, cn de vcrradcrlijke gezindbeid der Vorsien, zoo dlkwerf aan den dag
gclegd, mögen geT\'is nict ten voordcele der Makassarcn pleiteo; maar daat«nlcgen betoonen zg algemecn meor
slandvaaügboid dan de ÜLileiscbe volkslamraen, cn als men cenmaal buniie genegenheid gewonnen bcefl, zijn ze zells
zeer gclTOUw, Er bestaat conig versobil, voornamelijk in taal, lusselicn de zoogenaamde Boeginczen, of Bouicrs, en de
Mukassaren, beide bcnamingcn, die ecnigziim onbcpaald ran bcteekcnis zijn, daar door Boeginczcn niet uitsluitend
onderdanen van bei Bouische Rijk, manr ook van de ineesle van daar ten nooKlen gelegene Slaten, «n iE liet algemcen
allen, die de Bocginescbe taal spreken, bclzij hier of op andere eilanden, en door Makassarcn gewoonlijk de bcwoncrs
van de budcn aan de Weslkust van Celebei tot aan Mmiähar worden vcrstaan. Van bunne cerele kindsbeid aao
allerlei ligcbaamsoefcningcn gewoon, cn op cone Spartaansohe wijze opgevocd, zijn zij welgcmaakt cn sterk gespicrdj
allocn de ncus wordt, volgens landsgcbruik, door Lei gcdiu'ig platdrukken, eciiigzins misvorind. De mannen zgn mecst
alle sloule ruiters; zij zitlen zondor Zadel of stügbeugels op een plat küssen IC paard, cn siaan daarbij liet Imiorbeca
krnisclings onder bct lijf, zoodat alleen bct regier- op de gewonc wljzo afliangl. De wapoiibandel, jagen cu dansen
zijn bunnc geliefkoosdo uitspanningcn. Recds vrocglgdig door de Porlugezcn met gescbut en scbietge»-eer bekend
geworden, welcn zij dil zeer gocd lo bcbandclcn, cn bebben zelfs bckwaatnhcid io bot gioton vau kanonnon en
unununilie verki'cgen. Bobalve deze wapccen, bezigen zij op de jagt grootc sU'ikkcn, aan lange jiiekcn vastgeniaakl,
waarmede zij wilde paardcn en benebcoiicn in vollen ren vangen, cn in den oorlog malienkoldcrs van in olkander
gewerkte (jzeren riiigeu (badjoe-ranlcj's), sabcls, krisscn eo veigiftigdo pijlljcs, spalten geheeten, die, uit lange bolle
Ijamboezon, met vcrwonderlijke juiälbeid op bet mikpunt worden algcblazcn. Uunne klceding bestaat uit lange van
\orcn toegeknoopte katocnon badjoc's, brockcn, en gordeU om het Igf) de vrouwcn dragen iosgelijks broekcn, cn
^oo^ís nog sarong cn kabaai, zoo als elders. Nijverlieid, kunstcn OD wcienscliapj>en zjjn liier zeer in aanzien^ de
gegoeden en zal6 de Vorstcn cn Kraeng's (Prinscn of Rijksgroolcn) laten limnc kiodcren niet allocn door de Priesters
in bct Iczen cu scbrijvco, maar daarcnboven in den landbouw cn allerlei baiidwerlten oodorriglen.
Mel geene zekei'boid wcel men, wannoer de Mobammedaansche Godsdicnst voor bei cerst naar deze kustcn is
overgcbragt; doeb rceds in 1603 wcrd dezelve door bct gebecle Rijk van Makasscr, en in 1606 door de Boniors
aangcnomcn. Do mecr noordelijk wonende volkstammen ^n hijna alle lloidoiicii, van welker zcdclijkcn loostand ons
weiiiig is bekend. Vele instcllingon cn gcbruikcn zijn uit de voorscbriften van den Koran oiitlecnd, cn mct aartsvaderlijko
gewoonten vennengd, zonder dal er vaste Wollen Ijcstaan, volgens welke de onderdanen geregeeid worden door bunne
Voi-sleu, die in Icgendeel ook hier een vrij onlicpaald gczag uitocfcneii, voor zoovcr hunnc magt niel door den invlocd
der Kraeng's is bcperkl, bclgccn nict zeldcn de broii was, waaruit langdurige oorlogen ontstondcn.
Het laal zicb ligCciyk begrijpen, dal iandbouw cn nijverlieid bier, bg de mcest vruobtbaro gcstcidlieid van den
grond en cene werkzamc bevolking, door concn voorldurendcn Staat van oorlog nioeslcn ondcidjukt worden; doch
scdei l de Ncdcrlaiidsche mngl mecr cn mecr werd bevcsllgd, begint ook de wclvaart dezcr Slaten loe le nemen, Iti
e welbevolklc Steden en ncgoryen vindt t lieden, ijicrwcrkers, zilvcrsmcdcu, cn arbcidei^s in aardewerk,
¡¡wcvirsidTen,''gev^hleu l ^ z e n manden cn doozcn. Do Boeginczen zij,. bekend als de besle zcciicdcn vnn den
ßcheeleu Archipel, ig gaan met kleine vaarluigcn tcr visebvangsl uit, of zeilcn mct liunne groote ,»docakan-praauwcM
„aar de onderscbcidene bandcldrijvende zecplaalsen van Ja^, Timor, de Molukkc., enz. De uitvocr is ccbicr nog van
n Celebes aUezins voor den liandol gesehikl " ' '' ' '
weiuig beteekonis; doch daar de Ii
vao Java,¡dragen, nagcnoeg al die
cell klimaat, merkeUjk gcmaligder dan dat waarloe de booge bcrj
p,«lu«leii voorlbrongt, welke op onzc ovcrige Bczillingen gevondcn worden, a
10 belooll de uitbreiding van landbouw en
cultuur bicr ecnmaal vruohU-gke uitkomstcu. Ofscl.oon de rijsl er wolig voorlspiuit, wordl o
g niet gcnoeg voor
ei'cn verbruik gckweckt, zoodat men dezelve van Java .noet aanv
. Djagon, Ubak, verOioul, katoen, ccn weinig
kollj, en índigo worden met gocd gevolg geleold. gelijk ook in de omslrekcn van Mah.^^cr. Etu^oposclio gioenicn
u„ vrucblboomen vindt men bicr in de grooute vcr«Ucidcnbcid; bei ijzcrbout gcbruikt de Makassaar voor palen onder zgne
beuten nel mct snijwcrk versicrde woni.ig; uit cene mcnigte blocmgewassen worden rcuk- of gcneeskracliligo otö.i
«etwkkcn waaropdor de bekondc Makassc«>iie van den pobon-miiyak-badok, die op de IioofdplaaU mei ongcvcor 11 gülden
I fleseb beuald wordl, Do Makassaar«hc paa.^cn worden op Java, als de vurigstc en sicrbte van OosUn.lU, zeer
gezoobl en met l.ondcixien in padoeakans aangcvocid; koeijon, monsteracbtige wilde bulTcls, berleu, allerlc. gcvogcllr,
apen, siangen, vergiftige insckten. kaaimanncn, enz, zijn de meest bekcude dieren, die men op CMes vindl. In de
Zidcr-Dislriclcn becft het Gouvernement zoutpanncn; van bet koraal, aan de stranden vcrzamcld, wonlt kalk gcbrand
lerwijl n,en in het gcbicd vau loeboe cn clders ijzcrerts, cn in de gebergleo van Tanclic ce.i« goud aanlreft. Ook
ziiu er ..og steenkolenmijneu in de Afdeeling Aluro!. die lol hier loe ccliler weinig ofniet beivcrkt zijn geworden.