
ARENA R I A rubrè.
ro o d Zandkrutd.
Hoogduit sch. Rothblühendes Sandkraut.
Engelsch. Purple Sandwort.
Bloeit ito juni) en Julij. 0
D e c a n d r ia , T r i g y n i a ; Tienhelmigen, Driestijligen»
Natuurl. Rang volgent L in n . X X I I . Caryophylleae, Anjelierbloemigen.
G e g la c h t s - K e n in e r k e n . Calyx 5-partitus ; de kelk 5-deelig. Petala 5 integraf r i jf gare bloemblad««.
Capsula 1-locularis , polysperma; de zaaddoos éénhokkig, reelzadig.
S o o r t e l i jk e K e nm e r k e n . Cauïibus prostratis} met nederliggëiidé stengen, fd ïiis fiïifbfmlBdë, inter-
nodio brevioribus; de bladen draadvormig, korter dan de tusschenstanden. Seminibus cömpréSSb-ahgüldiüS'j
de zaden zamengedrukt-kantign
De wortel e enig zint penvormig. De stengen nèderliggeitde wijd’uilgèspreid, rolrond én onbehaard. De
bladen zijn zeer f ijn , en loopen in een fijii pitntje uit. Dé driehoekige steunblaadjes stengomrattend,
wit en al» verdroogd. De bloemen vereenigd in kleine eindëliiigscke, eenigzins zachtbekaarde trosten.
Men ziet bij a etne der bloemen, van ter zijde dfgebeeld, met de bloembladen génóêgzaaift even lang als
de een Weinig behaarde kelk. Men ziet een der ovale bloembladen afzonderlijk en véfgVoot bij b ; de
zaaddoos, omgeven van den even grooten en aanblijvendèn kelk, bij i j het bruine, kantige, ëènigzin»
wigvormige zaad, vergroot dfgebeeld bij d. De plant Verheft zibh niet hooger dan eenéNêd* palm.
Behalve de van de zee verwijderde groeiplaats * waarom zij door sommigen met den bijnaam Van cafti-
pestris bestempeld wordt, onderscheidt zich deze soort van dé baar na verwante Arettaria salina (zie
deze. F lora n°. 367) 1“. door de meerdere fijnheid en kleinheid der bladen} 2°. doof dien dezelve in een fijn
■ puntje uitloop en j 3°. door de behaardheid van den kelk; 4°. door de grbötert bloemkroon, welke bijkan»
even groot it al» de kelk, en 5®. door de meer kantige én eenigzins wigvormigt gedaante der donkerbruine
zaden.
G r O e l p U a t i . i l . Op zandige en leemaehtige, opeiie gronden, aan wallen, Wegen en op bouwakkern.
Zij is door de G o r t e r gevonden te Heemxe in (Hl rij n e l , in het Gorerhl bij Groningen én elders; doèr
M é e s e halten Franeker en elders i* Friesland; door den Heer de B e y e r hg K jm tftin ; doOr den Hoegl.
M u l d e r hij Lenden l door den Heer F , A. W . M iq u e l hij Dalen In Drenthe ; door in Ij zelreh tón de Lek
bij Finnen ; hij de B i lt , Ze jet eh Drielergeh hij Utrecht; bij Wngeningtn , Beneknmi Arnhem , Bheeie, enz. Op
zandgronden in. GelderlandI te Fnlkenemiard b j Eindkoren! te Pnlernwldel Dnreritermoltn, Hartn enz. hij
Groningen en», enz. Zij is op genoemde gronden vrij algemeen door het gansfhe land.
H u is h o u d e l i jk G e b r u ik . Hetzelfde geldt hier, wat wegens de Arenaria marine en talinii n” . 351 en
367 onzer Flora iz opgegeren.