
AGARI CUS muscar ius .
Vliegdoodende P a d d e sto e l.
Hoogduitsch* Fliegenschwamin.
Engelsch. Bug Agaric.
Nêderduitsche bijnaam. Vliegdoodende Kampernoelie;t§
ffopif,v,oor law Ju lij tot October,
C r y p t o g a m i a , F u n g i : Bedektbloeijenden , Zwammen•
Natuurl. Bang volgens L i n n . LX.VU. F u n g i, Zwammen,
G e s l a c h t s - K e n m e r k e n , (volgens D e c a n d o llé ). Piléus plerumque stipitatus, subtus
lamellatus , lamellis fére numquam inter se anastomosantibus , gongylis (sporis) lamellis intermixtis;
het hoedje gewoonlijk gesteeld, van onderen voorzien van vele plaatjes , welke bijkans nooit in
elkander inmonden; de zaadjes of kiemen tusschen deze plaatjes geplaatst.
Ondergeslacht: 'A ma n i t a. Volva pr ima aetate fungum totum vestiente, fragminibus dein urn
in pileo relictis ; het beursvlies omkleedt de plant in hare eerste jeugd geheel en al en
laat naderhand hdre overblijfselen op het hoedje achter,
ü jo o r te lijk e Kenme rke n, (volgens S p r e n g e l Syst, Veget, IV p. 418). P ile o , margine
stria to , rubro’ fulVóVfe1, verrucis albis vel obsoletis , lamellis candidis ; het hoedjë1 rood of rps
van k leu r, met (eenigzins) gestreepten rand; de wratten (of ovèrblijfselen van het beufsvliesop
het hoedje) wit of half Verdwenen ; de plaatjes wit. Stipite subfarctö bulboso, volva squamosa;
de steel van binnen bijna gevuld, bolachtig-verdikt aan den vöet, het beursvlies (aan "den voet
van den steel) schubachtig.
Men ziet bij A dezen paddestoel nog geheel in het beursvlies besloten; lij B de plant in
eeneii tweeden trap van ontwikkeling , met den bolachtig-verdikten, eenigzins schubach-
tigen voet van den steel, waarvan het bovenste deel\van het beursvlies {volva ,) hetwelk
gedeeltelijk den ring (annulus , ) c , vormt, gedeeltelij k in meer o f min geregelde stukken,
als zoo vele wratten, boven op het hoedje blijft z itten , reeds is ajzescheurd, l n de
volwassene plant spreidt h e t, vroeger bijna kegelvormig, hoedje zich rneèr horizontaal
uit en wordt, bij hoogen óuderdom, van boven zelfs holrond, De steel is geelachtig
w it, van binneü bijna geheel gevuld; het hoedje doorgaans oranje-achtig-rood van kleur;
de daarop gébUvene overblijfselen van het beursvlies geel-achtig-icit; de plaatjes (laiuellaej
onder het hoedje geheel en al wit. Men ziet bij d het hoedje, genoegzaam op een derde
der natuurlijke grootte, van onderen, met waterpas afgesneden' steel, om de straalsgewijze
rigting der plaatjes aan te wijzen en te doen zien, dat de bijna geheel vaste
steel van binnen slechts eene zeer kleine buis vertoont. Men ziet bij e , in natuurlijke
grootte, de plaatjes, welke, niet altoos even regelmatig , met kortere plaatjes afwisselen,
Deze zeer fraaije paddestoel groeit I o f op zijp, hoogst 2 Nel!, palmen hoog.
• G r o e i p l a a t s e n . Op' den grond in droogliggénde bosschen , vooral onder het dennenhout.
Zij is door d e G o r t e r (N *. 1028) gevonden in de laan van den Vanenburg op de Velüwe ;
door den Hoogl. Ko p s in de bosschen van Doorn in de prov. Utrecht en te Warmond bij
Legden; dóór mij bij Sóestdijk en bij Deventer, Zij zal waarschijnlijk op nog meer andere
plaatsen in ons land voorkómen. 5
H ü i s h o u d e 1 ij k G e b r u i k . Volgens II o u 1 1 u ij n wordt deze plant, hoe stinkend en
scherp ook van smaak, door de Russen tot spijze gebruikt, ü e vliegen en muggèii vliegen hier
gretig o p , bezwijmen en vallen er meest dood van af. Van deze eigenschap heeft zij haren naam
ontleend. Men legt ze hiertoe in stukjes in de vensterramen. In Zweden k o o k t men ze tot
hetzelfde einde in me lk, of stampt ze fijn in water. Met zulk water verdrijft men ook de
weegluizen, wanneer men de wanden der bedsteden hiermede bestrijkt.