
ORCHI S morio.
harlekijns S tandelkruid.
Hoogduitsch. Triften Ragwurz.
Kngelsch. Mc;ulo\v Orchis.
Nederdujtsche bijnamen. Kulletjes-kruid. Zotskullekens of Zotskapjes-wljfje. Volg mij na, in Groningen
geheeten, volgens d e Go r t e r .
Bloeit in Mei en Jnnij
G y n a n d r i a d i a n d r i a ; Stijlhelmigen, tweehelmigen.
Natuurl. Rang volgens L i n n . Vil. O rc h i d e a e , Standelkruiden.
G e s l a c h t e Ke nme r k e n . Perigonium personatum,6-partitum, suprafornicatum,labellohasicalcarato; het
bloemdek grijnzend , 6-deelig, van hoven gewelfd, het lipje aan den voet gespoord. Stigma convexum anticum; de
stempel bolrond, vooraangeplaatst. Anthera bilocuïaris terminalis; het helmknopje tweehokkig, eindelingsch.
S o o r t e l i j k e Ke nme r k e n . Labello lato 3:lobo, lobo medio emarginato', lateralibus crénnlatis reflexis;
met een breed 3-lobbig lipje, waarvan de middelste lob uitgerand, de zij-fobben gekarteld en omgeslagen
zijn. Calcare apice 2-fido, adscendente; de spoor aan den top 2-spletig en opgaande. Perigonii segmentis
ovalibus, obtusis , 'conniventibus; de bloemdekslFppen ovaal, stomp en toebuigende.
De wortel bestaat uit 2 ronde knollen, van enkele verspreide vezels ontgeven. De mortelbladen zijn lancetvormig
, op de onderzijde iets bleeker. De opgerigte steng wordt door 1 of 2 smallere bladen, alt
door scheeden, omvat, De bloemaar is los. De schutblaadjes, waarvan itien er een ziet afgebeeld bij a ,
lancet vormig, stomp, roodgekleurd en ongeveer even lang als het vruchtbeginsel. De bloeinen , waarvan
. men er ééne ziet bij b , zijn meer of min donkerpaar sch o f violet; soms, gelijk dit reeds door Me e s e
is opgemerkt, wit of vleeschkleurig; de spoor eenigzins gekromd opgaande, stomp en zeer flaauw twee-
spletig; deze is naauwelijks iets korter dan het vruchtbeginsel, hetwelk in fi<r. b zich als de bloemsteel
voordoet. Men ziet bij c het van onderen verbreede lipje, waarvan de middelste lob 2-spletig, de beide
zijdelingsche gekarteld en eenigzins omgeslagen zijn. Dit lipje is van boven ver 'eenigd met het steunsel,
waarop de stempel te gelijk met de beide helmknopjes is vastgegroeid. Bij d eindelijk ziet men dit
steunsel vergroot afgebeeld en daarbij aan elke zijde één geel helmknopje losgemaakt uit het zakje van
het steunsel, waarin het verborgen was, De plant groeit 1§ tot 2 palmen hoog.
G r o e i p l a a t s e n . In vochtige graslanden.
Zij is gevonden door d e G o r t e r in vochtige landen bij Harderwijk en Doornspijk} bij Alkmaar; op verscheidene
plaatsen in het Sticht van Utrecht; bij Haren in het witte veen buiten Groningen; door Me e s e op
verscheidene plaatsen in Friesland; hetwelk mij bevestigd is door den Hoog]. B e r g sm a , die haar veel bij'
Franeker Zag, en door den, reeds overledenen, student H. L. v a n A l t e n a , die haar bg Ried aantrof. De
Hoogl, R e i n w a r d t vond haar op den weg naar Waverveen; de Hoogl. K o p s in de Breesaap bij de Beverwijk;
de Hoogl, Mu l d e r bij Katwjjk binnen | de stud. M. Da s s e n bij Zwol; ik zelf vond haar ook nog
bij Haarlem en Overveen, De afgebeelde plant is u it‘moerassige graslanden te Haren bij Groningen herkomstig.
H u i s h on d e l i jk Ge b r u i k , Uit dezen wortel kan evenzeer goede Salep bereid worden als uit de Orchis
bifolia, (zie onze Flora D. III, No. 225). Dezelve levert, volgens P e r e i va l , een zeer goed voedsel op voor den
mensch. De plant wordt door geiten gegeten, maar door paarden geweigerd, (Pan suec.) De bloemen worden
zeer gezocht door de bijen, (G l e d i t s e h bij G a t t e n h o f f . )