
kruipend T a rw g ra s.
Moogdnitsch. Quecken Weizen. Quekgras. Hundsgras. Engelsch. Creeping Wheat-grass. Couch-grass.
NederduitscheBijnamen. Hondsgras. Leengras. Lidgras. Puingras.. Peengras. Kruipkooïn. Oueeck of Kweek. in ffoard-Kollaud Togel: in Noord-Braband Pijnen. P/ta rmRad. Graminis.
Ê lo e if van Junij to t September 1f*
. G e s l a c h t s -X e n m e r k e
T r i a n d r i a , d i g y n i a ; Dpiehelmigen, tweèstijligeu.
Natuurl. Rang volgens L in n . 1Y. Gramina. Grassen.
* j“ v “ * * : c “ “ v A.e Calyx: S-D-ftorus, gluraae acutae, floscuiis hreviores, integrae: de kelk 3-9-bloemiz, de
kaf blaadjes spits, gaaf, korter dan de bloempjes. Corollae valvula inferior Integra, quandoque subdentata, apice setieera
seta interdum brevissima, subuulla; superior emarginata, aut bifido-dentata: het onderste klepje van de bloemkroon la a f
«m s een weinig getand, aan den top borsteldragend, het borsteltje soimvylen zeer kort of naauwelyks zigtbaar: het bo-
veuste idepie uitgerand, of tweespletig-getand. Semen corticatum, sulcatum; het zaad gedekt, gesleufd. S p ica ...a x i
^ ^ r tg e s te e ld e Moempahfessessill!us3 aut krevites pedicfellatis;• dö aar met eene geleede'en getande sp il, met ongesteelde
vormenden*wortelK e u m e r t e n * Radice repente alba articulata sobolifera; mot kruipenden witten geleeden spruif-
Men kan van deze veelvormige plant v ie r verscheidenheden- onderscheiden:
Var. si' arv ense, locustis oblougis, sub-4-floris, glumis mutiois, valvulis acuminatis, longitudine glumarum.
akker T arwgras, met de bloempakjes langwerpig, bijna k-blaeraig, de kafblaadjes ongewapend, de klepjes gespitst,
even lang als de kafblaadjes.- " 5 ^ *
Deze groeit vooral in akkers en weiden op steenachtige plaatsen.
Var. subulatunr, locustis. oblongis sub-fr-ftoris, glumis subulatisy valvulis brevissime mucronatis, calyce longioribus.
elsvormig T arwgras, met de bloempakjes langwerpig, bijna 6-bloemig, de kafblaadjes elsvonuig, de klepjes zeek
kort-gepunt, langer dan de kelk. - ■ *
Deze verscheidenheid, waarvan mem eene a a r zie t a f geheeld bij A , komt met de vorige, doch nog algemeener on
magere, steenachtige, met gras begroeide plaatsen voor. Men z ie t bij & een der k a f blaadjes van den ke>k, vanbuiten
gezien i h j b h e t buitensta.klepje, even zoo van buiten g e zien outien
Var. dumetorum-,- locustis solifariis geminis ternisve, oblongis, 5-8-fforis, glumis valtulisque aristis brevlssimis.
genaaid Ti " "
blaadjes e
Ik heb gemeend deze verscheidenheid, a ls dè algemeenste van allen en op ze e r verschillende gronden voorko-
mende, op nevensgaande p la a t te moeten afbeelden.- Men z ie t bij c het genaaide k a f blaadje, bit a het iets langer
genaaide buitenste klepje, bij e het aan den top tweespletig-getande binnenste klepje , alle drie in natuurlijke
grootte en van dé buitenzijde a f geheeld; bij i eindelijk z ie t men, vergroot,
kvmstvormig-geplnimde stempels. Deze verscheidenheid wisse lt in grootte • et
meer aan eene Ned. e- la aff..
• o glavcum (v. H.) foliis glaucis.
blaauwgroen T arwgras, met blaauwgroene bladen.
Deze blaauwachtige, ze e r kennelijkeverscheidenheidrverdient naar mijn inzien, althans geene mindere vermelding
aan-de arte vorige, en d a t vooral, omdat ffle e se in zijne Flora frisica, No. 56 v e rh a a lt, d a t hij dezelve gedurende
3 ja ren gekweekt en onveranderd bevonden heeft. Z ij komt zoowel met, als zonder, naaldjes op de klepjes d e r
bloemkroon voor en wordt niet alleen hie r en daar. binnenslands, maar vooral ook aan de zeekusten gevonden, zoowel
aan de dijken tusschen de steenen enz. als in het duinzand, w aar z ij ( lij voorb. te Zandvoort, Katwijk enz.) zeetr
algemeen door mij gezien i s , veel toebrengende tot bevestiging van het losse stuivende duinzand.-
G r o e ip l a a t s e n . Op houwakkers, in weiden, heggen, op steenachtige plaatsen.-
Algemeen door het gansche land.
r Piik ' Vaiï dit gras kan niet alleen als voortreffelijk geneesmiddel-, maar ook tot vele andere-
emaui zeer veel nut getrokken worden. De wortels kunnen in schaarsche tijden tot brood bereid worden, zoo als zij in.
en.no£ m net midden der vorige eeuw in Saxen gebruikt werden. Hiertoe moeten zij gewasschen, gedroogd en
njn gemalen worden, en kannen dan met eenig meel tot brood bereid worden: ook kunnen zij tot net biermaken dienen.
- „ . -- — E voortreffelijk wintervoeder bewaard worden.- IiT leverziekte der
bij een’ kevigen graad- dezer ziekte moet- men. hun een afkooksel van hetzelve geven-
Vooral is de Plant van het grootste n u t, om aan losse gronden en stuifzand’, waarin het reeds van-zelf voortkomt en.
zrjne wortels zich gemakkelijk uitbreiden, vastigheid te geven en met eene korst te doen hegroeijen. D. G. S c h r e i» e r ,
die een afzonderlijk stukje over de bevestiging van het stuifzand schreef, vertaald in A. B r u c h a u s e n , Aanwijzing?
i-er verbetering. van den- Akkerbouw, hl. 298—318-, noemt hiertoe-dit gras nog voor den dainhelm. De wijze, hoe met deze
en aiidere planten cie stuifzanden te doen begroeyen, vindt men opgegeven Lu het Rapport over de Duinen van Holland,■
. ,--150. De Heer S. J. v. G e u n s verwondert zich met r eg t, dat ons gras tot dit einde nog niet beproefd is»,
« e t dient ook zeer, om stevigë graswailen vooral bij fortificatiën te bekomen.
Daar de sterk voor (kruipende wortel u it elk lidje halmen uitschiet, zoo is dit een dfer ergste onkruiden in tuinen en op»
nou wakkers. Door diepe ploeging, veelvuldige egging en bouwing van wortelgewassen is het alleen u it te roeyen. Eene
uyzoi.uere eg g e , met zware lange peimen, te vinden in het Kabinet van Landbouwkundige Werktuigen, No. 27, is hiertoe-
vooral van nut. De verzameldè wortels niet op den mesthoop te brengen, maar aan het vee te voéren of te verbranden»,
nstt zie over dit alles J. C, D, bc hr-eb e r , Deschreibung der Grüser, No»26. f l la t t u s c k a , G at t e n h o f f en anderen».