
TRIFOLIUM medium.
middelbare Klaver.
Hoogduit sch» Mittlerer Klee.
Engelsch• Zigzag Trefoil.
Bloeit van Mei tot Augustus.
Diadelphia, DECANDRIA; Tweebroederigen, Tienhelmigen.
Nat uur l. Rang volgens linn. XXXII. Papilionaceae, Vlinderbloemigen.
Zjeguminosae, decandolle.
GeslACHTS-kenmerken. Calyx tubulosus, persisteris, 5-dentatus \ de kelk is buisvormig ,
blijvende, 5 -tandig. Garina simplex, alis vexilloque b revior; de kiel eenvoudig, korter dan
de wieken en het vlagje. Legumen minimum, 1 - 2-spermum , calyce tectum; het peultje zeer
klein, 1 - 2 zadig, door den kelk bedekt. — Flores capitati 5 de bloemen kopvormende. Folia
te rn ata; de bladen drievoudig.
Soortelijke kenmerken. Spicis laxis subglobosis solitariis; met de bloemaren los, rondachtig
, alleenstaande. Galycis dente infimo tubum corollae mouopetalae subaequalis aequante ;
de onderste tand des kelks nagenoeg even lang als de ongeveer gelijkvormige éénbladige bloemkroon.
Stipulis subulatis ; de steunblaadjes elsvormig. Foliolis ellipticis, tenuissime serrulatis j
de blaadjes der bladen ovaal en zeer fijn-fijngezaagd. Gaulibus ramosis flexuosis; de stengen
getakt en bogtig.
Deze soort, welke zeker dikwijls met de gewone roode Klaver (Trifolium pratense, zie
deze Flora No. 3a4.) verwisseld en alzoo voorbij gezien zal zijn, verschilt van dezelve
echter ten duidelijkste: 1 . door meer getakte en meer bogtige stengen, waarom zij
ook door JACQUIN Trifolium llexuosum o f bogtige Klaver genoemd is y 2 . door meer
uitgerekte , dat is meer langwerpige, en meer ovale, aan den rand soms zeer
fijngezaagde blaadjes, welk laatste kenmerk echter niet standvastig en dikwijls
ook maar alleen voor het gewapend oog merkbaar is ; o. en dit is het voornaamste
en duidelijkste verschil, doordien in de middelbare Klaver de steunblaadjes n ie t,
gelijk in de roode Klaver, breed, bleekgroen, ja eenigzins als verdroogd (stipulae sub-
scariosae) zijn en in een zeer fijn haar vormig naaldje uitloopen, maar integendeel geheel
groen lijn-elsvormig en lang-uitloopende zijn, zonder een afzonderlijk naaldje te
ver loonei2. IV ij hebben daarom, ter vergelijking, een afzonderlijk steunblaadje der
roode Klaver (Trifolium pratense) bij A bij gevoegd»
Men ziet voorts bij a eene geheele bloem van ter zijde, en bij b dezelfde van onderen
a/vebeeld» In beiden ziet meri, dat de onderste kelktand langer is dan de overigen•
Bij c ziet men de 1 0 meeldraden, waarvan er 9 in eenen bundel vereenigd zijn»en de
1 oe afzonderlijk is afgebeeld / bij d den stamper ; bij e den kelk, zoo als hij zich ,
wanneer de vrucht bijna rijp is , vertoont» De plant groeit ter hoogte van 5 tot 5 palmen»
Groeiplaatsen. Op hooge klei- en zavelgronden, meest in boschland, doch pok op bouw-
akkers en in weiland.
Zij is door den Heer J. WTTEWAALL gevonden onder de gemeenten Schalkwijk, Houten,
Werkhoven en 9t Goy in de Prov. Utrecht; veel op verschillende plaatsen te Voorst; ook te
Loenen op de Veluwe en bij Deventer» Ik zelf vond haar veel op de begroeide kanten der
bouwakkers bij Vianen , als ook buiten de Tolsteegpoort te Utrecht, op den weg naar Houten
, van waar de afgebeelde plant herkomstig is.
Huishoudelijk geeruik. Doorgaans voor gewone roode Klaver gehouden en gebruikt zijnde
geworden, zal de plant ook tot dezelfde nuttige einden als de gewone dienen , welke wij bij
N°. 524 hebben opgegeven.