
A VE N A (A I R A) pr&ecox.
kleine t im e r .
Hoogduitsch. F rü h e Hafer. (Schmelen.)
E n ge h ch . E arly H a ir-g ra ss.
B lo e it in Mei en Ju n ij. 0 -
T r i a n d r i a , D i g y n i a ; Driehelmigen, Tweestijligen•
N a tu u r l. Rang volgens L i n n . IV . Gramina, Grassen.
G e s l a c h t s - K e n m e r k e n . Calycis glumae membranaceae , 2-7-florae , floscnlis long-iö-
je s ; de k afblaadjes v lie z ig , 2-7-bloemig, lan g er dan de bloempjes. Corollae valvula inferipr
2 -Ia c in ia ta , a u t , u t e t valvula su p e rio r, 2-iid o -d en ta ta , interdum erosa , dorso a rista plicata
to r t il i ; h e t onderste klepje 2-slip p ig , o f , even als h e t bovenste k le p je , 2-sp le tig -g etan d , som»
beknabbeld , met eene geplooide en gedraaide naald op den rug. Semen corticatum , su lc a tnm ;
h e t zaad g e d e k t, gesleufd. Pariicula composita ; de pluim samengesteld.
S o o r t e l i j k e K e n m e r k e n . Panicula su b sp ic a ta ; met eene bijna aarvormende pluim.
Plo scu lis calycem subaequantibus ; de bloempjes bijna zoo lan g als de k e lk . A rista geniculata caly-
cem ex c ed en te ; de naald g e k n ik t, lan g er dan de k e lk . Fo liis setaceis; de bladen borstel vormig.
Deze p la n t is de Aira praecox van L i n n a e u s , welke so o rt door P a l i s o t de B e a u -
v o i s e n , in navolging van dezen , door R o e m e r e» S c h u l t e s to t h e t geslacht
Avena gebragt i s . H e t is deze zelfd e p la n t , welke door R a i n v i l l e en d e G o r t e r
als Avena Loeflingiana beschreven i s , waarvan ik m ij door de beschouwing van het
herbarium van R a i n v i l l e heb kunnen overtuigen.
H e t is een onzer kleinste g ra sp la n tje s , welke zich zelden hooger dan 1 o f 2 palmen verheft
» Men z ie t b ij a h e t bloempakje , hetwelk doorgaans aldus gesloten i s , doch zich
o p e n t, wanneer h e t door de zon onmiddellijk beschenen w o r d t; b ij b den k e lk , u it
2 kafblaadjes bestaande; b ij c het* bloempakje door de werking van h e t lich t geopend
en nu zijne 2 bloempjes vertoonende, elk voorzien van een geknikt n a a ld je , hetwelk
langer is dan de k e lk ; b ij d eindelijk z ie t men één bloempje a fzon derlijk. De sze lfs
buitenste klepje verto ont onder he t midden van den rug de inplanting van het geknikte
naaldje en lo o p t aan den top in twee fijn e b o rsteltjes u i t; h e t binnenste klepje is aan
den to p afgeknot en f ijn getand» A lle deze afbeeldingen z ijn vergroot.
G r o e i p l a a t s e n . Op drooge zandige gronden.
Zij g ro e it, volgens E h r h a r t , bij Hengelo in O v e rijssel; volgens v a n G c u n s bij Harderwijk
en bij H illegom; volgens R a i n v i l l e in h e t Haagsche Bosch en“ bij R ille gom; volgens
den H e e r d e B e i j e r bij Nijmegen; volgens den Hoogl. R e i n w a r d t op Muiderberg;
volgens den Heer V r i j d a g Z i j n e n in de duinen bij 's H age; volgens den Hoogl. Cl. M u l d
e r bij Katwijk-binnen en op h e t eiland T ex e l. Ik zelf heb haar op zeer véle plaatsen' in
onze zandgronden aangetroffen, als bij de B i ld , Z e y s t , Driebergen, Doorn enz. tüsschen
Utrech t en Arnh em ; te Velp en Rheede bij Arnhem; te Pa slo bij Oldemurkt in O v e rijssel;
4e Vucht en B o x te l bij 's Hertogenbosch, Valkenswaard bij Eindhoven; te H a ren , Harender-
molen en P a terw olde bij Groningen, van waar de afgebeelde plant h erkomstig i s ; te nieuwe P ek e l-A
en het niewwStadskanaal in de provincie Groningen, enz.
H u i s h o u d e l i j k G e b r u i k is hiervan n ie t bekend.