
RIBES rubrum,
voode Aalbes•
Hoogduitsch. Rothe Krausbeere. Johannis-trauben. Gemeine Jobannis-beere. Riebesel
oder Rübitzelstrauch. :
Engelsch. Common Currants.
Nederduitsche bijnamen• Wilde, roode o f gemeene Aalbeziën.
Bloeit in April en Mei*
PentANDRIA , monogynia ; Vijf helxRÏgep ^ Éénstijligen.
Natuurl. Rang volgens linn. XXXVI. Pomaceae, Appeldragepden.Gfo&SMZarâîceae, decandolle.
GeslaCHTS KENMERKEN. Petala 5 et stamina calyci inserta ; de vijf bloembladen en de meeldraden
op den kelk ingeplant. Stylus 2-fid u s5 het stgltje 2-spletig. Bacca polysperma , inféra ;
eene veelzadige b es, onder de bloem» < . . *• u "
SöORTELiJKE kenmerken. Rademis glabris pendulis, floribus planiuscutis, petahs obcor-
datis ; met de bloemtrossen onbehaard, hangende, de bloem nagènoeg vlak, dë bloembladen
omgekeerd-hartvormig. Foliis obtuse 5^1obis$ de bladen stomp-vijflobbig. Caule eréctö; de
steng regtstandig. * ,1 , 'V *T \ j Deze bekende heester hee ft overhoeks geplaatste, langgesteelde, bijna geheet onbehaarde
bladen; de bladsteel is aan den voet iets verbreed en gewimperd. De nederhangende
bloemspil (axis florifer) is van eenige weinige haren en kleine, kliertjes, voorzien en
draagt zeer korte eironde en stompe schutblaadjes aan den voet der bijzohdere bloemstelen.
Men z ie t bij o de bloem van binnen > bestaande u it 5 grootere, aan den top
eenigzins ingedeukte, vlakke, geelachtig-groene bloembladen, en tusschen dezelve de
veel kleinere stompe, als afge knotte, ié ts donkerder groene slippen van den kelk. De
5 meeldraden met gele -helmknopjes komen in p la a tsin g met de bloembladen'overeen en
wisselen alzoo met de kèïkslippen a f. B ij b ziet men een gedeelte der bloem yan ter
tijd e , en hierbij aan de beneden- z ijd e , vooreerst h et schutblaadje , hetwelk veel korter
is clan de bloemsteel; Voorts op den top der bloemsteel h e t onderste bijna blokvormige
deel van den k e lk, waarvan de meer vlakke boord (limbus) hier slechts met
■ eén paar lijnen is aangewezen. H e l stijltje is van boven tw e e sp le tig ,d o ch a a n den
vo e t met eenen iets verhévenen r in g , welke honig afscheidt , omgeven. Bij c zjet men
eenen meeldraad afzonderlijk ; wa a ru it b lijk t, dat de helmknoop (cbnnectieulurn), welke
de beide helften van het helmknopjê (antkera) v e rb in d t, hier ncidr evenredigheid zeer
groot is. De fig u ren a , b en c zijn zeer ver groot. B ij d eindelijk ziet men ttvef
trossen rijpe v ru ch ten , aan den top gekroond met een klein overblijfsel van den kelk.
Gekwee kt, zÿn de vruchten vaak veel g rödter. De stam groeit £ - i JJSed. èl hóogi
Groeiplaatsen. In bosschen, aan heggen , holle wegen enz. •
Zn komt, volgens de Go r t e r , voor aan den duinkant tusscben Overveen en Brederode .bij
H a a rlem ; buiten Utrechts buiten Groningen óp de Micheihorst. Volgens meese , op ver»
sóheidene plaatsen in Friesland, Op oude tnureri en in holle boomen ; _ volgens den Hèer De
be ijëR bij Nijmegen; den Höogl. mulder bij Leiden ; den Heer MIQUEL in een vochtig
bosch te Noo rd -Do rin g en, in Overijssel; volgens den Heer VRIJDAG zijnen in bet Haëgschè
boseb en bij Bloemendadl ; dén Heer BRUI Ns MA te Giek e r k , Oenkerk, enz. in Friesland. Ik
zelf zag baar in het wild bij Groningen * van waar het afgebeelde exemplaar'herkomstig is. ■
Kracht EN geneeskundig gebruik. Het sap der vruchten is verfrissebend * verkoelend
eh zuiverend, én daarom in koortsziekten veelvuldig aangewend. V .
Huishoudelijk gebruik. De beziën leveren eene ODzer aangenaamste, gezondste en y e rfn s -
sebendste v ruchten o p , vooral zoo als zij d o o r kweeking verb eterd worden , waaromtrent h e t
noodig o n d e rrig t gegeven w o rd t in serrurier* Fru itku n d ig Woordenboek, alsmede om tren t
d e wijze, om hiervan een’ aangenamen wij ft tè -b e re id e n , gelijk veel in ons vaderland g eschiedt,
en te koop wordt aangeboden. Van d e onrijpe bessen verkrijgt men>in Noorwegen:goeden
Wijn-azijn‘ v e rd e r worden deze vruchten op verscheidene Wijze toebereid en gébruikt -, en J e -
v eren ïnenigen smakelijkeh en geurigen schotel o p ^ waarvan men Vele bereidingen vin d t opgège-
ven in olivier de serre s, Théâtre d ’A g r ic u ltu r e , ed. i8o5. vol. II. p. 802—8o5. ra
Deze heester kan ook tot heggen dienen , en de takken tot branding ; ru n d eren , schapen en
geiten eten de bladeren 9 somwijlen de paarden. Pa n Suec. Met de bessen de wol geel te
verwen, dambourney.