
SPECULARIA HYBRIDA DC.
Onechte kantvrucht.
Hoogduitsch: Unechter Frauenspiegel.
Engelsch: Com Campanula.
Bloeit: Juni—Augustus ©.
Stelsel van Linnaeus: Cl. V. Ord. 1. Pentandria. Monogynia.
Natuurlijk stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Campanulaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. III N°. 207.
Soortelijke kenmerken: caule erecto ramoso, ramis inferioribus elongatis adscendentibus, foliis
oblongis, inferioribus obovatis, floribus solitariis, laciniis calycis lanceolatis basi apiceque attenuatis
corolla longioribus, ovario sub flore constricto. Flores purpurei.
Stengel rechtopstaand, vertakt, onderste takken sterk verlengd, opstijgend; bladen langwerpig, de
onderste omgekeerd eivormig; bloemen alleenstaand, kelkslippen langer dan de bloemkroon, lancetvormig,
aan den voet en den 'top versmald; vruchtbeginsel onder de bloem toegesnoerd.
Verklaring van de afbeelding: a. Geopend bloempje, sterk vergroot, b. Gesloten bloempje, sterk
vergroot, c. Stijl en stempels, d. Meeldraden.
Groeiplaats: Op bouwlanden in West-Europa en langs de Middellandsche Zee, niet algemeen;
in Engeland de eenigste soort en daar meestal tusschen koren.
Nederland: In ons land werd de plant tot nu toe hoofdzakelijk tusschen koren als aangevoerde
plant gevonden; reeds in 1837 tusschen Valkenburg en Leiden, later in het Westland, ook bij
Nijmegen en in Zuid-Limburg. Opgaven bestonden uit Zeeland. De afgebeelde plant werd door
Dr. Goethart en mij in de omstreken van Hulst op boonenlanden waargenomen, gedurende de
excursies der Nederlandsche Botanische Vereeniging, in Augustus 1909.