B ARKH AUS IA SETOSA DC.
Borstelig Streepaaad. 1793
Hoogduitsch: Borstelige Grundfeste.
Engelsch: Bristly Barkhausia.
Bloeit; Juli—Aug. ©.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XIX. Ord. I. Syngenesia. Polygamia aequalis.
Natuurlijk Stelsel: Yasculares Dicotyledoneae. Ord. Compositae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. XVI. N°. 1277.
Soortelijke kenmerken: eaule erecto foliato ramoso, ramis corymbosis, foliis runcinato-dentatis
vel lyrato-runcinatis, superioribus sagittatis integris vel basi inciso-dentatis, pedunculis ante
anthesin erectis, involucro fructifero pappum aequante, foliolis calyculi lanceolatis acutis, his brac-
teisque margine foliolis interioribus dorso pedunculisque subspinuloso-hispidis, setis rigidis simplicibus.
Stengel opgericht,, vertakt, bebladerd, takken tuilvormend, bladeren uitgevreten-getand of lier-
vormig-uitgesehulpt, de bovenste pijlvormig, gaafrandig of aan den voet ingesneden getand; bloemstelen
voor den bloei opgericht; vruchtdragend omwindsel even lang als het vruchtpluis; omwind-
selblaadjes lancetvormig, spits, deze zoowel als de rand der steunblaadjes en de binnenste
omwindselblaadjes op den rug evenals de bloemstelen voorzien van enkelvoudige stijve borstelharen.
Verklaring der afbeelding: a. en ax. Buitenst straalbloempje. b. Binnenst straalbloempje.
c. Omwindsel, d. Doorgesneden pas uitgebloeide bloem. e. Vruchtpluis. f. Rijpe vrucht.
Groeiplaats: Op braakvelden en in wijnbergen, hier en daar in Duitschland ingeburgerd, plant
uit zuidelijker landen.
Nederland: De plant werd reeds in 1876 door den Heer Kok Ankersmit op klaverland als
ingevoerd waargenomen, later door den Heer L. Rieter bij Venlo bij een molen wederge vonden,
terwijl het afgebeelde exemplaar door mij in Juli 1907 werd aangetroffen op eene kunstweide
bij Weert.
B A R K H A U S IA S E T O S A HALL. F. 1700. 1793
v .o l «a. -.-f.