
ALOPECURUS FDLVUS SM.
Rosse Vossestaart.
Hoogduitsch: Rotgelber Fuchsschwanz.
Engélsch: Marsh Foxtail.
Bloeit: Juni—Augustus. ©.
Stelsel van Linnaeus: Cl. III. Ord. II. Triandria. Digynia.
Natuurlijk stelsel: Vasculares. Monocotyledoneae. Ord. Gramineae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. II No. 91.
Soortelijke kenmerken : culmo e basi prostrata adscendente glabro, panicula spiciformi cylindrica,
spiculis ellipticis, val vis obtusis ciliatis basi tantum connatis, palea e medio aristata.
Colore vaginarum caesio et antheris fulvis, quae in A. geniculato ochroleucae, et post pollinis
emissionem fuscae sunt statim dignoscitur. Arista glumam vix unquam superat.
Halm uit neerliggenden voet opstijgend, kaal; aarvormige cilindrische pluim met elliptische pakjes;
kelkkafjes stomp, gewimperd, slechts aan den voet vergroeid; onderst kroonkafje midden op den
rug genaaid.
Door de berijpte kleur der bladscheeden en de roodgele helmknoppen, die bij A. geniculatus
lichtgeel en na de bestuiving donkergeel worden, terstond te herkennen. De naald is zelden langer
dan de kelkkafjes.
Verklaring der afbeelding: a. Bloempakje; b. bloempje; c. kroonkafje; d. vergroeid gedeelte;
e. 2 kelkkafjes; f. meeldraden; <7. vruchtbeginsel; h. stempels.
Groeiplaats: Op vochtige plaatsen, langs slooten, plassen enz.
Door sommigen wordt deze soort slechts als een vorm beschouwd van A. geniculatus; meestal
met de laatste tot een gemeenschappelijke soort onder den algemeenen naam geniculatus vereenigd.
Nederland: Niet algemeen voorkomend, doch waarschynlijk veelvuldig over het hoofd gezien.
De afgebeelde plant danken wij den heeren Wachter en J ansen, die haar in Juni 1910 bij
Rotterdam verzamelden.