
1 1 ii i i i'W—
CHENOPODIUM GLAUCUM L
Zeegroene Ganzevoet.
Hoogduitsch: Meergrüner Gansefuss. Engelsch: Glaucous Goosefoot.
B lo e i t : J u l i—S e pt . ©.
Stelsel van Linnaeus; Cl. V. Órd. II. Pentandria. Digynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculareg Dicotyledoneae. Ord. Chenopodiaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. 1. No. 54.
SooRTELiJKB kenmerken: foliis oblongis vel ovato-oblongis, obtusis, remote dentatis subtus
glaucis, spicis aphyllis; seminibus laevibus, erectis horizontalibusqne.
Flores quadrifidi; seminum borizontalinm plura quam verticalium.
Bladeren langwerpig of eivormig langwerpig, stomp, verwijderd getand; van onderen zeegroen;
bloeiaren bladerloos, zaden glad, opgericht of horizontaal.
Bloemen 4-deelig; de horizontale zaden zijn talrijker dan de vertikale.
Verklaring van de Afbeelding: A. 'Gewoon groen exemplaar. B. Roodbladige variëteit.
a. bloempje, b. bladachterzijde met een zeer dichte laag blaasjes.
Groeiplaats: Op vochtige plaatsen in bewoonde streken.
Nederland: Op zeer yerschillende plaatsen in ons land verzameld. De beide hier afgebeelde
exemplaren werden mij toegezonden door de Heeren Wachter en J ansen te Rotterdam, die
haar aldaar verzamelden in Augustus 1910.
Ik moet hieraan toevoegen, dat reeds onder No. 887 een plant van gelijken naam werd
afgebeeld; het is mij echter niet duidelijk of dit werkelijk Chenopodium glaucum voorstelt,
dan wel een der vele vormen van Ch. album. Waar hier bovendien een merkwaardige variëteit
kon worden afgebeeld, ben ik afgeweken van de oude gewoonte om nimmer met opzet tweemaal
een zelfde soort af te beelden, hoe slecht ook de eerste afbeelding moge zijn.-