
GYPSOPHILA MURALIS L.
Muur Gaffelsteng. 1794
Hoogduitsch: Mauer Gipskraut.
Engelsch: Wall-Gypsophile.
Bloeit: Juli —October. 0 .
Stelsel van Linnaeus : Cl. X. Ord. II. Decandria. Digynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Caryophyllaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. XX. N°. 1586.
Soortelijke kenmerken: caule erecto subdichotomo ramoso-paniculato basi scabriusculo, floribus
sparsis, calycibus turbinatis quinque-dentatis, dentibus rotundato-obtusis, petalis crenatis emargina-
tisve, foliis linearibus utrinque attenuatis; petalis dilute purpureis, venis saturatioribus.
Stengel opgericht bijna vorksgewijs vertakt een wijde pluim vormend, aan den voet eenigszins
ruw; bloemen verspreid, kelk tolvormig vijf-tandig, slippen afgerond-stomp; bloembladen gekarteld
o f uitgerand, licht purperkleurig met donkerder aderen; bladeren lijnvormig, aan beide einden versmald.
Verklaring der Afbeeldingen: a. Bloem van boven gezien, b. Dezelfde van ter zijde. c. Kelk.
Groeiplaats: Op zandige braaklanden en op muren, in geheel Midden-Europa.
Nederland: In ons land reeds sinds 1835 bekend, dóch steeds als door de rivieren of met andere
zaden ingevoerde plant. Het afgebeelde exemplaar werd door mij met vele andere waargenomen
in Juli 1907 op een kunstweide bij Weert. De bemesting had plaats gevonden met afval üit een
meelfabriek, dat men eerst in rotting liet overgaan.