
WÊwmmtëM,
CHENOPODIUM ANTHELMINTICUM L.
Wormdrijvende Oanzemet.
Hoogduitsch: Wurmtreibender Gansefuss.
Engelsch: Yermifuge Goosefoot.
Bloeit: Juni—Augustus, ft.
Stblsel van Linnaeüs: 01. V. Ord. II. Pentandria. Digynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Chenopodiaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. I. N°. 54.
Soortelijke kenmerken: Perennis; caule erecto, stricte ramoso; foliis petiolatis, oblongis
vel lanceolatis in petiolum angustatis, inferioribus sinuato-dentatis, superioribus subintegris;
florum glomerulis in racemos spiciformes, elongatos, axillares, saepius compositos dispositie,
paniculam elongatam foliosam formantibus; perigonii phyllis ecarinatis, clausis; seminibus
nitidis, laevibus, margine obtusis.
Overblijvend struikachtig; stengel opgericht met samengedrongen vertakking; bladen gestoeld,
langwerpig of lancetvormig in den steel versmald, de onderste bochtig getand, de bovenste
gaafrandig; bloemhoopjes in aarvormige, lange, okselstandige, dikwijls samengestelde
trossen, een lang bebladerde pluim vormend; bloemdekblaadjes zonder kiel, gesloten; zaden
glimmend, glad, met stompe hoeken.
Verklaring der Afbeelding: A. Tak, verkleind (*/3), a. bloempje, vergroot, b. vruchtje,
vergroot.
Groeiplaats: In Noord- en Zuid-Amerika inheemsch, alwaar men de zaden, die een zeer
onaangenamen reuk hebben, in de apotheek gebruikt als wormdrijvend middel. De plant, die
daar in struik vorm groeit, is in Noord-Amerika als Jeruzalems-eik bekend.
Nederland: De afgebeelde plant is afkomstig van Rotterdam, aldaar in een vijftal exemplaren
op twee plaatsen op opgespoten grond (kleigrond met een weinig zand) langs de zuidzijde
der Maashaven gevonden door de Heeren Wachter en J ansen in 1906. Zij bloeiden nog
niet in September, doch begonnen daarmede in October; den 22 dier maand had de Heer
Wachter de vriendelijkheid ons een exemplaar ter afbeelding toe te zenden. Het volgende
jaar werden zij niet meer gevonden, terwijl geen enkele rijpe vrucht werd waargenomen.
Wegens den jeugdigen toestand der plant is hare determinatie niet zeker en zou men ook
aan een eenigszins afwijkend exemplaar van Chenopodium ambrosioides L. kunnen denken.