
VICIA VARIA HOST.
Bonte Wikke.
Hoogduitsch: Bunte Wicke. Engelsch: Variegated Vetch.
B l o e i t : M e i—J u 1 i. © 0
Stelsel van Linnaeus : Cl. XVII. Ord. IV. Diadelphia. Decandria.
Natuurlijk stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Papilionaceae.
Geslachtskenmerken : Zie Dl. II No. 117.
Soortelijke kenmerken: an n u a vel biennis, adpresse hirsuta, caulibus prostratis vel scan-
d e n tib u s; foliis eirrhiferis 6—8-jugis foliolis lineari-oblongis obtusis vel acutis, stipulis semi-sagit-
t^tis lanceolatis, racemis multifloris folio longioribus floribus horizontaliter patentibus, calycis
gibbi corolla plus minus saturate violascenti 3—4-plo brevioris laciniis valde inaequalibus
inferiore subülata tubo aequilonga, superioribus brevissimis triangularibus conniventibus; legu-
mjne stipite tu b um calycis superante suffulto lineari-rhombeo glabro, seminibus globosis, hilo
óblongo-lineari, peripbaeria octuplo breviore.
Een- of tweejarig, aangedrukt behaard, stengels nederliggend of k lim m en d ; bladeren ranken-
drpgend, 6—8-jukkig; blaadjes lijnvormig-langwerpig, stomp of spits; steunblaadjes h a lf pijlvormig,
lancetvormig; bloeitrossen veelbloemig en langer d an de bladeren met horizontaal
afstaande bloemen; kelk kaal en 3 -4 maal korter d an de meer of minder donker purper
ge fleu rd e bloemkroon, met zeer ongelijke slippen, de onderste elsvormig en even lang als de
kelkbuis, de bovenste zeer kort, driehoekig, samen n eig en d ; peul voorzien v a n een steel die
langer is d an de kelkbuis, lijn-ruitvormig, g la d ; zaden kogelvormig, navel langwerpig-lijnvormig,
achtmaal korter d an de omtrek v an h e t zaad.
Verklaring van de Afbeeldingen: a. bloem van ter zijde, 6. bloem v an onder, c. bloem
n a verwijdering der bloembladeren, d. opengesprongen peul.
Groeiplaats: Onder heggen en op bebouwde gronden in Europa, van af Frankrijk door
Zuid-Duitschland tot Hongarije. Noord-Afrika.
Nederland: Reeds door den Heer H. J. K ok Ankersmit in 1877 bij Apeldoorn waargenomen;
een dier planten, die met vreemde mest waren aangevoerd. De afgebeelde plant dank
ik aan de Heeren Wachter en J ansen, die haar 29 Juli 1910 bij Rotterdam vonden en mij
welwillend ter afbeelding toezonden.
Omtrent de soortelijke waarde dezer plant loopen de meeningen zeer uiteen; Boissier houdt
haar met haar beschrijver H ost voor een goede soort: Garcke rekent haar als var. glabres-
cens K och tot Vicia villosa Roth, terwijl Ascherson en Graebner haar weder als soort, echter
onder den naam V. dasycarpa Ten. beschrijven.