
TRI FOL IUM AGRARIUM L.
Akker klaver.
Hoogduitsch : Gold-Klee.
Engelsch: Golden Clover.
Bloeit: Juni—Aug. ©.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XVII. Oj;d. IV. Diadelphia. Decandria.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. O. Papilionaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. I. N°. 58.
Soortelijke kenmerken : Capifculis lateralibus pedunculatis densis subrotundis ovalibusque, floribus
denique deflexis, calyce glabro fauce denudato, dentibus superioribus 2 brevioribus vexillo cochleari-
fonni sulcato, alis divaricatis, stylo legumen subaequante, stipulis oblongo-lanceolatis basi aeque latis.
Hoofdjes zijdelings, gesteeld, dichtbloemig en bijna bolvormig of langwerpig, bloemen ten laatste
teruggeslagen, kelk kaal met open keel, de beide bovenste tanden korter, vlag slakkehuisvormig
gestreept, vleugels uitslaand, stijl bijna even lang als het vruchtbeginsel, steunblaadjes langwerpig-
lancetvormig, aan den voet even breed.
Verklaring van de afbeelding: a. Bloemhoofdje, b. bloem van onder en e. bloem van ter zijde,
d. kelk, e. meeldraden.
Groeiplaats: Op droge weilanden, in bosehrijke streken, niet op akkers.
Nederland: In ons land werd zij hier en daar als aangevoerde plant waargenomen, waarschijnlijk
uit graanafval. Deze afgebeelde plant verzamelde ik op een kunstweide bij Weert, 23 Juli 1907,
welke met rottend graanafval bemest was.