
POLYPOGON MONSPELIENSIS DE8F,
Baardgras,
Hoogduitsch: Bürstengras von Montpettier. Engelsch: Annual JBeardgrass.
B l o e i t : J u l i—A u g u s t u s , o
Stelsel van Linnaeus: Cl. III. Ord. II. Triandria. Digynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Monocotyledoneae Ord. Gramineae.
Geslachtskenmerken: Spiculae a latere magis minusve compressae, 1-florae vel 1-florae
cum rudimento floris superioris. Lodiculae 2. Styli nulli vel breves, stigmata plumosa ad basin
spiculae emergentia. Caryopsis paleis membranaceis tecta.
Pakjes meer of minder zijdelings samengedrukt, eenbloemig of eenbloemig met den aanleg
eener bovenste bloem. Zwellichaampjes 2. Stijlen afwezig of kort; stempels vedervormig aan
den voet der pakjes naar buiten tredend. Vrucbt door de vliezige kroonkafjes omsloten.
Soortelijke kenmerken : panicula coarctata, lobata, val vis oblongis hirto-scabris ex apice
breviter emarginato bilobo aristatis, arista valvam ter superapte, flore sub summo apice aristato,
radice fibrosa.
Pluim samengetrokken, gelobd; kelkkafjes langwerpig, ruwharig, van uit de door een korten
inham tweelobbigen top genaaid, deze naald driemaal langer dan het kafje; bloem even onder
den top genaaid;- wortel vezelig.
Verklaring der Afbeelding: a. Bloeias, b. Bloem in het mannelijk stadium, c. Idem vrouwelijk,
d. Kroonkafjes met vruchtbeginsel, e. Blad met tongetje.
Groeiplaats: Op akkers en woeste gronden, langs wegkanten, vooral naar den zeekant;
algemeen in de landen langs de Middellandsche Zee en van daar oostelijk tot diep in
Centraal-Azië; langs de westkust van Europa tot langs het Kanaal; elders dikwijls met Serra-
delle ingevperd.
Nederland: Het afgebeelde exemplaar is afkomstig uit de omstreken van Rotterdam en
aldaar gevonden door de Heeren Wachter en J ansen 30 Augustus 1910, die mij welwillend
planten ter afbeelding toezonden.