M
%
ITSÎÎ
I !
i .1
• r
m . , f rT.. •v X X I
te
. a
sV
' I '
I l ,
F !
'-t
1
î i
t •'»ft.
I l '
2 V o o R B 1Í 11 I G T.
h e c L i j f e e n e lanrve vierkante zak, w;wr in zeker
t1e Eijcreii Lvlloteii zijn; hunne voortteling gefch'cdt
(íven ais bij de tevoren befchrevcne Infecten
, nanientliik zij leggen Eijeren, waar ni: weder
Kakkérlakken, zonder Vleugels, komen, die na
eeiiige malen vervelt te ziju, Imnne Vleugels bekomen,
wanneer zij wederom paren en han geflacht
voortplanten,
Hun voedzel is zeer onderfcheiden, er zijn er
die in de Bosfchen leven, en daat dan krniden en
planten vreeten, ook zijn er die zieh in de hiiizen
doch meest in de bergplaatfen van goederen, als
pakhuizen enz. zieh onthouden en daar bijna alles
wat zy bekomen kiinnen, vreeten.
De klenr dezer Dieren is meest akoos bniin,
de eene donker en de andere lichter, men kan dezelve
dus geenzints onder de fraaije üf met vele
klenren pronkende Infecten rekenen, echter zyn
er die aardige vlamraen en vlakken hebben, en
daarom nog al niet onaanzienlijk zijn.
P L A A T L d.
Fig. 1 en 2. DE BRUIN GEVLAMDE
K A K K E R L A K.
Wij twijfelen niet of deze voorwerpen zîjn dezelfde
foort, de eerfte is de lopende en de andere
de vliegende gedaante, de Bovenvieugelen zijn
bruin en geel gevlamd, de Kop is bruinachtlg,
hebbende op dezelve een ongelijke vierkante zwarte
vlak, het Lijf is bruin met eeníge gele vlakken ;
dit Dier kan men zeker onder de Grootile van
dit geflacht rekenen, zijnde riiim drie duimen lang
in den lopende iland, maar in de vliegende gedaante
heeft het over de uitgefpreide Vleugels gemeeten
eene langte van zes duimen. Deze Kakkerlakken
zijn ons ter afbeelding medegedeeld door
den Wel-Edele Heer J. P. à ROY, in wiens fraaije
Infeeten-zerzameling zij eene plaats bekleeden.
P R E F A C E .
ks oeufs font asfiirément enfermé dedans, leur tmps
de procréer arriver comme h dit infeEie que nous avons
deja donné la description. Savoir, ils pond des oei/fs,
d'où il en fort des Blattes fans ailes; après avoir
changer le peau quelques fois, ils obtient leurs aiks ,
alors ils s accoupler encore, pour fait croître lear
familles.
Leur nourriture est bien di[ferent, il y en à qui
vit dans des bois, qu'il en m'mge que des herbes et
des plantes, ausfi il y en à qui ce fejourntr dans des
maifons, mais les plupart s dans des lieu ou l'on ferrs
des chofes, comme des Magazin&c. et ils en mangent
presque toutes chofes qu'il en peuvent trouver.
La couleur des ces animaux est presque toujours
brune, /«f une obscure et les autres plus claire, on
ne peut nullement compter les mêmes parmi les beaux,
ou des infeiîes qui font leur parure avec beaucoup des
couleur, pourtant il y en à qui ont des flammes et
des tâches très agréable, et pour ctla ils font pas
méprifable.
P L A N C H E I. d.
Fig. Î & 2, LES BLATTES BRUN
E M A I L L I E .
Nous ne doutons pas ci ces objets font pas du mêrm
forte; le premier à la figure Courant, et l'autre walant,
les ailes des fus font brunes avec des flammes
jaune, la tête tirant fur le brun, ayant fur le même
une tache noir inégal, le corps est brun avec quelques
taches jaune, cet animal l'on -peut asfurément compter
parmi les plus grander de ce Genre, étant plus
que trois pouces de longueur, dans le figure courant '^
mais dans le figure volant, quand ces ailes font
étendu ils ont la longueur des fix pouces. Les desfein
de ce Blattes j nous à été communiquer par Monfeigneur
J. P. à ROY et qui est repofcr dans l'éminent
collision des InfeSes,
r j . i . a
U
eW. -
4r
m -
8
tvíí
l*'
m
'Si'-:
M
• ^