m
V A N DK KREKELS.
P L A A T III. c.
Fig. 10. DE ROETK L E U RIGE,
G R I L L O N S .
P L A N C H E nr. c.
F i g . IO. LA COULEUR DE SUIS.
De kleur van deze Krekel, is over het geheel La couleur de ce. Grillon est tout-à fait la couleur
donker Roetkleiirig, de Hoornen zijn bijna zoo âafuis, et ces araennes font presque ausfi longues que
lang als het geheele Dier, de Bovenvleugels ge- l'animal entihremeni,et ces ailes de desfus/imt Rayé, la
vlarad, de Kop rond, is van het ManneUjk ge- Téte fonder du genre masculin est origine de^ l'Jméflacht
en uit Amerika afkomftig. rique.
Fig. II. DE AFRIKAANSCHE HUIS»KREKEL. FIG- L E GRILLON DOMESTIQUE DE
L'AFRIQUE.
0ns tegenwoordig voorwerp, dat een Wijfie
is, en van de kust van Afrika afkomilig, gelijkt
veel naar onze Inlandfche Huis-Krekel, zie de
volgende Fig. 12 en 13. körnende daarom ons niet
onwaarfchijnlijk voor , dat dit ook een Huis-Krekel
i s ; de Dijen van de achterfte Pooten, die om te
fpringen gefchikt zijn, zijn iets lichter van kleur
als zieh over het geheel deze Krekel h&vinA, het
gene bruinachtig is, zoo als deze Infecten zeer
veel zijn.
Notre prefent oh jet est, que la femelle est origine
delà côte de V/Îfrique, femblable beaucoup a notre
Grillon domestique originaire^ voyez la Figure fuivont
la, et 13, pour cette raifon il nous paraîtrions
pas vraifemblable, que celui ci est un Grillon domestique
ausft, les cuisfes de ces pattes derriere qui
lui est destiné pour fauter, font un peu plus claire de
couleur, que celui qui fe trouver entièrement du corps
de ce Grillon, lequel est un peu brun, comme ces Infe&
es il y font tous.
Fig. lì. en 13. DE HUIS-KREKEL. Fig. 12 & 13; LE GRILLON DOMESTIQUE.
Hier ge ven wij de Afbeeldingen van de Huis-
Krekels-, Fig. 12. vertoond het Mannetje en Fig.
13. het Wijfje. Deze Krekels, onthouden zieh
in de Huizen en wel meest bij de Bakkers waar
zij geítadig voedfcl en wärmte vinden, gevende
hier door piepen of zingen hunne tegenwoordigheid
te kennen, waardoor zij veel de naam dragen
van Krieken, hier van het Hollandfche Spreekwoord,
Hijzingt ais een Kriekje. Hun voedfel is
Graan of iets dergelijks, het gene zij gaarne nat
of vochtig hebben, kunnende zonder vocht niet
leven, zullende de wärmte waarin zij zieh geítadig
bevinden, hun naar gedachten dorñig maken;
want ais zij geen vochtig Graan vinden, dantasten
zij dikwijls de natte klederen aan, waarin zij
dan groote gaten vreten, zoo ais ons menigmaal
door de Bakkers verhaald is; dat ais zij, bij
Ici mus donnons la Figure de les Grillons domestique.
Fig. 12. reprefente le Mâle, et Fig. 13. la
Femelle. Ces Grillons fe fejourner dans les maifons
et la plupart chez les Boulanger, ou ils fe trouvent
continuellement la nourriture et la Chaleur; ils fe font
Connoitre leurs exiflencepar piailler ou chante qu'ils font,
et par lequel, ilsfeportent le nom des Grillons. Comme
le proverbe Hollandoife le dit, il chante comme un
Grillon. Leur nourriture est du grains, ou quelques
autre chofe femblable, qu'ils ont volontiers mouillé ou
humide, car ils ne pouvant pas vivre fans humidité;
la chaleur ou ils fe trouvent continuellement dedans,
comme Von penfer, leur rendent altéré ; car s'th ne fe
trouvent point du bled humide, alors ils s'empoigrttr
fouvent les habits mouillé, ou dans lequel ils en manger
des grande trous dedans; comme les Boulanger eux;
même mus à fouvent raconter, que p. par exemple ih
voorÍ
i i -
I
¥
%w
iK-
•ïî.