^ m m m ÙIBFE.^, FC*-:
m
Í f
M •
V, Í
* Iv.
J '
f
^ I
.. -a«-!
^^N DS ZÄBELSPRINGIIAANEN.
ieze Inferen om met het zelve door
middel van wryving een gekiid te maaken,
waardoor de Wyfjes werden aangelokt.
De Vleugels zyn wit en doorfchynend,
de Schenkels der Pooten
dik en met doornen gewapent. Uit Sufinamm
en berust met de drie volgende
in de verzaraeling van den I-Ieer L.-F.
HOLTHUISEN
FI^. 19' DE VIERVLAKKIGE ZABELSPRINGHAAN.
Heeft korte draadvormige Sprieten
en voor aan den Kop een ftompe punt;
het Borstiluk plat y fmal, langwerpig
vierh'oekig en glad. De Bìadvormige
Dekfchilden hebben gelyk het Lyf en
Pooten eene vailgroene kleur, op ieder
dczer Dekichilden zyn twee vaalzwnrte
vlakken geplaatst. De Vleugel; heefc zy
rond langer dan de Delífchilden en Zeegroenkleurig.
De' Pooten hebben geens
(ioornen : Uit Surinamm.
Fi g. 2Ö. D E WITBUIK.
Deze Zabelfpringhaan heeft boven aan
den Kop eene fcornpe punt, die nevens
de Borst eñ het Agterlyf groenagtig wit
is. Het Ägterlyf heeft de gedaante
van een langwerpige Blaas ; de Pooten
ODgedoornd. Het "Borstiluk naar voorèn
fmal, agterwaarts breed,, rond en
ower 't midden bladerrg. De Dekfchilden
bladvorniig en gelyk het Borsi-ftuk
en de Pooten groen : de Vleugels v/ir,
rond en korter dan de Dekfchilden.
Uit Surin amen.
Fig. 21. DE LAURIERPLADIGE ZABEESPRINGHAAN
Heeft. draadvormige Sprieten, het
Borstiluk byna vierhoekig en glad;, on-
SAUTERELLE SABREE. ïs
du frottement. Les Ailes font hlamhcs
S transparentes. Les cui fes des Pattes
grojfes Ê? années SEpinei. Elle vient de
Surinam & fe trouve avcc les trois Suivantes
dans le Cabinet de. Mr^ L. FHOLTHUÏZEN.
Fig.- 19. LA SAUTERELLE à SABREAUX
QUATRE TACHES.
Elk a les Antennes filifermes ^-par
devant une pointe émouJJ'ée fur la tête, le
Corcelet ejl plat, mi & étroit, de la forme
dun quarré longitudinal. Les Etuis
en forme de feuille ont oeimne le Corps fi?
les Pattes une couleur vert filefur chaque
de ces ^tuis font deux, taches d un noir
pdes. Elle a les Ailes rondes-, pas pm
longues que les Etuis & de couleur céladon.
Les Pattes font fans épines. Elle
vient de Surinam.
Fig.20. L A SAUTERELLE à VENTRE BLANC.
Cette Sauterelle. Sabrée a fur la téPe'
en haut une Pointe émouffée , qui de mêm&-
que le Corcelet & F Abdomen eß blanc verdotre.
LAbdmim a la forme d une vtß
longitudinale. Les Pattes fans Epines.
Le Corcdet étroit devant, Içrge derrière
hng & fur le milieu raboteux. Les Etuisen
forme de feuilles , ainfi qm le Corcelet
^ les Pattes , font vert^. Les At-iSi
jmt Manches , rondes fi? plus courte que
ks Etuis. Sa Patrie eß Surinam.
Fig.- 21. LA SAUTERELLE à SABRE
FEUILLE DL2 LAURIER.
Les Antennes de celle-ci fcnt flifonnes
k Corcelet à peu près quarréâ? uni
dcF