VAN DK TREK-SPRINGI IAANEN SAUTERELLES DE PASSAGE. 25
3 4 . DE LANPOOTIGE PURPERW
i E K MET SPJ.TSER DEKSCHILDEN.
F i g . 34. LA POURPRE-AILEE A PATTES
LONGUES, LES ETUIS PLUS AIGUËS.
1 ^-¿.f
Bevoorens bl. 15, de Purper-Wiek
uic Nieuw Geòrgie in Noord-Amerika
befchryvende , die in Fig. 19. is
afgebeeld , lieb ik aanpmerkt, hoe
daar van by den Wel Ed. Heer RAYE
nog aanmerkelyke Verfcheidenheden
waren. Hier van geeven wy thans
deeze in Plaac, die de Dekfcliilden wat
fpitfer en de VVieken veel kleiner heeft.
Hy heeft het Borstftuk niet geplooid,
op de Dekfchiiden een roode itreek,
doch is voor 'c overige weinig verfchillende.
QfMfid je decrmis la Pourpre - Ailée de
la î^omelie Geòrgie, pag. 15 , laquelle
eji dejjinée Fig. 19, je remarquais^ quii
y en avoli encore quelques f^arietez^ chez
Monjieur le Baron RAYE. Nous en donnons
a prefent une de telles en Planche ,
laquelle a les Etuis un peu plus aiguës.,
Êf les Ailes beaucoup moindres. Le Corcelet
de la prefente na point de Plijfes
jur les Etuis il y a une bande rougeatrc.
Pour le rejle il y a peu de différence entre
l'une ê? l'autre.
H:
Fig. 35. H E T KNODS-POOTJE MET
G E K N O P T E SPRIETEN.
F i g . 35. LA PAT T E -MAS SUE AVEC
DES ANTENNES A POMME.
lïi.'ï?
Dit raare Springhaantje munt door
zyne kleinte niet zo zeer uit, als door
de geknodñe Pooten en geknopte Sprieten.
Het een zo wel aïs 't andere is
onder de Springhaanen zeer zeldzaam.
Het heefc Vleugeltjes en is bruinachtig
van Kleur. De Heer PALLAS heeft
hetzelve in Siberie gevonden CD«
Fig. 36. DE SIBERISCHE GESTREEPT
E SPRINGHAAN-POP.
Cette petite Sauterelle ne fe dijîingue
pas autant par fa petitejfe, que par les
bontons en majfue, quelle a aux Pattes ^
par les Antennes jaunes a pomme noire.
L'un 6? l'autre eft tres-fingulier entre
les Sauterelles. Elle eft ailée g? d'une
couleur brunâtre. Monfieur PALLAS la
trouvée m Siberie.
F i g . 36. L A POUPEE SIBÉRIENNES
R A Y J Î E ,
De ftreepen overlangs , die deeze Les rayes en longueur., qui ornent cette
Springhaan - Pop verfieren , zyn 00k Sauterelle , font aujft ßngulier. Dans la
brun
Valien ook doorgaans kleiner en hebben Kop en Pooten gtoen , de Wieken half geei half wir.
Hier van is, in de Natuurlyke Hiflorie I D. X Stuk , bladz. 220, enz. omftandig gefproken,
Evenwel komen 'er onder voor , die van onze laatfte in grootce en kleur weinig verfchillen.
Düeze groote worden van de Arabieren dikwils gegeten. De Johannieten in Geòrgie en daaï
omftreeks , houden 'er het Avondraaal mede , tot gedagtenis van St. Jan.
( t j Dit koiM met den Siiirkus vaa den Ridder Linw^as taaraelyk overeen.
's
il
tu