FL.JK.A.
2 0 B E S C H R Y V I N G VAN
h :V
DESCRIPTION DES
l i ili :
groenachtige Kleur, zullen Mannetjes verdatre, feront des, Maks. Leur patrie
zyn. Waarfchynlyk hebben zy haare vraifemblablement ejî TAmérique
afkomst uit Westindie (*)
(•) Dewyl de breedte van de Zabel of Leg-Angel uit onze Afbeelding niet blvkt , zo is 't
duiscer, of deeze tôt de Gryllus Tettigonia acuviinaUts van LI^N^US, die uit Amerika afkoml^iig
was en groenachcige Wieken had, als Verfcheidenheden zouden kunnen beiiooren.
Fig. 53. DE KROMSTAARTIGE Fig. 33. LA SAUTERELLE A AILES
Z W A R T W I EK.
Hoewel de donkere Kleur der Wiek
e n , en van hec geheele Infekc, deeze
benaaming zoii fchynen te billyken,
is 'c 'nogthans zeker, dat hec niet toc
den Zwartmek Springhaan van LINNAEUS
behoore (*). Men zou het, in den
eerften opilag , voor een JuiFertje of
W a t e r - N y m f aanzien. De Kleur der
Dekfchilden is uit den groenen, die
der Wieken uit den bruinen, van 't
L y f en de Pooten uit den blaauwen
donker. De groote Leg-Angel geeft
het een kromme Staart. Het komt uit
Zuid-Ainerika.
NOIRES ET QUEUE COURBE.
Bien que la Couleur fombre des Ailes,
& de tout rinfepe, paroijfe favorifer cette
denomination, cejî pourtant certain, quii
n appartient pas au Sauterelle Mei an optera
de Monfteur LINN^US (_*). On le
prendroit, à la premiere vue, pour une Libelle
oU Demoifelle. La Couleur des Etuis
tire au vert, celle des Ailes au brun, du
Corps & des Pattes au bleu tris fombre.
La grande Tarrière lui donne l apparence
d une Queue recourbée. Elle efi originaire
de VAmériciue Méridionale.
Ik heb het by den fleer RAYE ge^ondcn, met den bynaam Melanopterus, die, volsens de
bepaaling, de Dekfchilden rondachtig of ovaal en maar half zo lang aïs 't Acterlvf of even 70
Jang als c Borstltuk heeft, t welk geenszins met deeze ilrookt. Zie Nat. Hift. J. D. X. Stuk
P L A A T LX. a.
F i g . 34. DE ADELAAR-SPRINGH
A A N .
Onder- de Zabel - Spr inghaanen, ja
onder de Springhaanen in 'talgemeen,
is deeze van aanzienlyke grootte. Inzonderheid
echter munt hy door de
P L A N C H E IX. a.
F i g , 34. LA SAUTERELLE
breedte zyner Wieken en de langte „. ^ _ ,,,
zyner Spriecen uit. Voorts is de Ge- nés. Au refle fa forme efi telle, que k
Che-
D ' A I G L E .
Entre les Sauterelles à Sabre ^ Ê? bien
entre^ les Sauterelles en général, celle-ci
efi d'une grandeur remarquable. Spécialement
pourtant elle excelle par la largueur
de fes Ailes &la longueur de fes Anten