• s
i m
. f
V '
î ; '
i t;
»
IN '
J
, If
i' t. '
•rr
s
^ ß E S C II R Y V I N G
agtig groen en aan de tippen bruingcel
zyn, zo hebben ook de äderen derzelveii
ecne geheel andere richtinge dan in
de gemeldet en de bruine-vlakken als
mede een doorfchynende witte, en de
ondeiiciiciden grondkleur der Vieugels
doen deze« in myn Oog cot eene byzondere
zoorc bepaalen. De Legangel
is ook breeder en meerder geboogen
dan die van Fig. i. Uit Surinamn,
en berusten in de verzameling van den
Heer L. F. HOLTUÜISENo
Fig. 4. DE ERWETENELADIGE ZABEL&
PRINGHAAN.
' Heeft de Sprieten niec langer als het
L y f , een fpitfen Kop, het Borstfluk
plac en eiFen; de Dekfchilden bladvormig
en bleek vuil groen met -eenige
bruin agtige groene vlakken, de -Vleugels
vuil wit en doorfchynend. De
vier voorfte Pooten hebben aan de
Schenkels ieder^^enen bruin^n ringswyzen
ylak en ^zyn nevens de Agterpooten
groenagdg van kletir en ongedoornd.
\5\t Simnamen en berust in her Kabinet
van den Hoog'Welgali. Heere RATE
VAN BREUKELERWAERTPI.
P 'L A A T III. a.
• -Fig. 5. DE ORANGEBLADICE ZABETSFßINGHAAN.
Deze beefc de Sprieten langer <lan
h e t ' L y f, het Borstfluk rond, englad,
en gelyk het Agterlyf en de bladvormige
Dekfehilden groen van kleur. De
•Legangel is brced-en geboogen , '-de
• ^DESCRIPTION DES
jaune brans, Uurs -veines ont encore unt
mu autre direStion que dans les Jufdltes ;
6? les taches brunes, comme encore un
hlanciranjparent & la différence du fond
de couleur des ailes, font quà mon avis
je dois les pour une autre Elpece. La
Tarriere , qui eft plus large', eft auk
leaucoup plus courbée que dans la Fig. 1,
Elle vient de Surinam & fe trouvé dam
la Colkam-de Mr. L. F. HOLTHUISEN.
F i g . 4. .-LA SAUTERELLE À SABRE AUX
FEUILLES DE POIDS.
Celle-ci à hs Antennes de la même
longueur queje Corps, la Tête pointue,
le Corcekt plat & uni, les Etuis en
fume de feuilles d'un pâle Je yerd fâle,
a¥ec quelques taches d'un vert brunâtre,
les ailes d'un blanc-foie g? • tranfparentes.
Les quatre pattes antérieures ont à chaque
-cui-ffe mie tâche brune en maniere
d-mneau S -ont ainfi que les pattes de derrière
une couleur verdâtre, font toutes non
armées dépines. Elle vient de Surinam,
âP fe trouve au Cahin-et d hiftoire naturelle
4e Mr. RAYE DE BREUIÍ<ELERWAERT¡:I.
P L A N C H E IIL a.
F i g . 5. LA SAUTERELLE- À SABRE AUX
FEUILLES D'ORANGER.
Celle-ci à les Antennes plus longues
que /e Corps, le Corcekt rond, uni, ^
de même que l'Abdomen les Etuis en
forme de feuilles , de couleur verte. Sa
Tarjil^e^eft large Êf courb4e , les PcMes
Poo-
FL . m . H
a'Á^LíSi-J^M «ÂÉS îWâffliL iSâTij