m á í á '
Mm
M . '
ï
Ci}'
i^nt
11
M'-
w i ^ i !
M . J
35 B E s C n R IJ V I N G
F/g. 71. DE STIER.
Het origineel van dit vonrwerp, benevens
de overige op deeze Plaat afgebeelde Spriiighaarien,
berust iii de verzameling van dèn
Wel_ Edelen Heer J. CALKOEN, hetzelve
heeit van voren een platte Kop en is baitengemeen
dik in de N ek, dewelke met onder-'
fcheidene klenren verciert is, liet Lijf zo
wel als de VIeiigelen zijn briiin met ligte en
donkere vlammen, de Pooten zijn ligter van
klcnr aïs het Lijf en naar maate van het Dier
niet gtcor.
D E KOGELDRAGEE.
Men zoude dezelve ook wel de gekraagde
Kogeldraager können noemen, om reden dit
Dier een niet onaartigc kraag om den Hals
h e e f t , doch een körte'naam is akoos verkieslijker
dan een lange; de Hoornen halen bijna
een derde van de groote van het Dier dat
drie duim lang is zijn bruinachtig van kleur
en getand, de kogels in den nek zijn van boven
groen, zo als ook de Kraag; de Vleugelen
die donkere vlakken hebben, zijn geelachtig
brnin zo als ook voor het overige de
kleur van dit Dier is.
Fig. 74. DE ROHDKOP.
D e Hoornen zijn bijna eens zo lang van dit
Springhaantje als het geheele Lijf het geene
van boven in den Nek met een bruin fchildje,
dat een groen randje en in het midden een
groene ftreepheeft, gedekt is; deiiitgelpreide
Bovenvleugelen zijn met onderfcheidene klearen
verciert, de Ondervleugelen ligt geel, het
L i j f donker, de Kop heeft een donkere groene
kleur; zijnde dit Infeft in deeze geilalte
getekend, op dat men de ronde Kop waar
van hec zijnen naam ontleend, van vooren zien
konde.
DESCRIPTION DES
F i g . 73. LE TAUREAU.
I
Cet InfeEie a la tête •plate anténeurement et a
la nuque extra-ordinairewent épaisfe et ornà dt
diyerjh couleurs; fon corps, ainfi que fes ailes,
font brunes avec des flammes claires et ohscufs,
les pattes font d'une couleur plus claire que Is
corps et font asfez petites à proportion de la gran'
deur de l'InfeBe. L'original de cette Sauterelle^
ainfi que celui des autres Sauterelles de cette plan'
che,fetrouvedanslacollcBiondôMi.].CiiX.K.OE,N.
Fig. 73. LE PORTE-BOULET.
On pourrait ausfi nommer cet InfeQe le Porteboulet
à collier, parcequ'il est orné autour du cou
d'un as fez joli collier ; mais, le nom k plus court
ett toujours préférable à un long. Les afitennes
ont à peu pris k tiers de la longueur du corps qui
est long de 3 pouces ; elles font brunâtres et den'
iéss-, les boulets ou balles fur la nuque jontvertes
par des fus, ainfi que le collier-, les ailes, qui ont
des taches obscures, font d'un brun jaunâtre, qui
est la couleur générale de cet Infecte.
Fig. 74. LA TETE RONDE.
Les antennes de cette petite Sauterelle font
presque une fois ausfi longues que fon corps, qui
est coicvert fupéneurement vers la nuque ¿l'un petit
ècusfon brun, hordé de yert et a'^ant au milieu
une raie verte; les ailes fupérieures étendues font
ornéi^ de différentes couleurs; les ailes inférieures
font d'un jaune clair, le corps est obscur et la
tête est d'un vert fombre-, on a desfinécet Infecte
dans cette attitude, afin de foire voir par devant
fa tête ronde, d'où il a pris fon nom.
1SI
i • Í i
A . Ü • ft.
h
€
r -
Í
k.'
AAAGSGAIJSÄIÄEAS