VAN DE TREK-SPRINGHAANEN. SAUTERELLES DE PASSAGE.%%
P L A A T. XVII. b.
' Fig. 62. DE BRUINE EN GROENÈ
GEVLAMDE SPRINGHAAN.
Dit dier het geene hier in dén loopendert
ftand word voorgeíield, en even als her
vorige in den eerfien opflag geeii zeer fchoon
aanzien heeft, is echter, iiiet onaanzienlijk
van kleur, als zijnde bruin en groen gevlamd
van ßovenvleiigelen, welke de Ondervleugelen
bedekken, die tigcer van kleur zijn, waarvan
de eindens 'er onder uit iteken, aan de
Bulk is hetzelve ligt en donker geftreept.
P L A N C H E XVII. b.
FIGI 62,. LA SAUTERELLE FLAMBOYANTE,
BRUNE ET VERTE.
Cet Infe&e qui est ici rêpréfenti comme courani
et qui, ainfi que le précédent, n'a pas, au premier
abord, une bien belle apparence, n'est cependant
pas d'une cmleur désagréable, puisque fes
aîles fupérieures font flamboyantes , brunes et
vertes ; elles recouvrent les aîles inférieures qui
font d''u?^e couleur plus claire et dont les bouts
dépasj'ent tes autres. Le Mentre est rayé de clair
et d'obscur.
Fig. 62,, DE BRUINE STOMPKOP. Fig.^3. LATETÊOËTUSEBRUNE; FEMELLE.
Hct komt mij niet onwaarfchijnlijk voor>
dnt dit het Wijfi'e is j en de volgende het
Mannetje, devvijl dczelven in kleur en gedaante
zeer veel overeenkorast met elkander
hebben, zeker kan ik dit echter niet bepalen.
Il ne me parait pas invraifemhlable que cet
Infecte fait la femelle du N°. fuivant, puisqi^ik
mit beaucoup de rapports l'un avec l'autre, foit
en couleur, foit en figure; je ne puis, cependant ^
le déterminer d'une manière certaine.
Fig. DE BRUINE STOMPKOP, MAN, Pig. LA TETÉ OBTUSE BRUÑE; MALE.
Wanheer men veronderfteld dat dit de
Man van de vorige is, zoo moeten dezelveri
00k eenen naam dragen en noeme dus dezen
insgelijks de Bruine Stompkop, körnende
deeze Voorvverpen zoo als ik reeds zeide
genoegzaam overeen, zijnde hitnne Bovenvleugelen
ligt Bruin als ook het geheele Lijf,
de Öndervleugels äjn van beiden ligt geelachtig,
zoo als dezelven ook beide lange
Sprieten hebben, doch het eenigfte onder.
fcheid beftaat daarin, dat de breedte der Vlugt
van N". (03. langer is, als van N°. 64, echter
heeft bij veele Infeften hier in onderfcheid
plaats , offchoon men zcker weet dat het
Man en Wijf zijn; N". 63, vervaardigd
zijnde naar een Voorvverp waarvan de Achterpooten
afgebroken waren, zoo zijn dezelven
'er ook niet bijgetekend.
Si l'on admet que cet Infe&e foit le màle dû
précédent, ils doivent alors porter le même nom^
cestpourquoi je le nomme comme le précédent ^
parceque ces a Infe&es fe resfemblent asfez ; leurs
aîles fupérieures, ainft que toiit leur corps étant
d'un brun clair ; ils ont l'un et l'autre les aîles
inférieures d'un jaunâtre clairils ont aus fi touS'
deux de longues antennes ; la feule différence qui
les distingue confîste en ce que l'envergure du.
N\ 53. est plus grande que celle du N'. 64.;
cette différence a, cependant^ lieu chez pluftturs
InfcBes, quoique l'on fache pour fûr qu'ils font
mâle_ et femelle. Le N'. ayant été desfiné
diaprés un individu dont les pattes postérieures,
et aient rompues, nous liavons pas pu en donner
ici le desfin^
V
I
<
• f».
(
• h
I •:•'.}
» S