l i
li
. «F' Ì | | P
DE ZABEL-SPRINGHAANEN.
Fìg. 39. DE VUURKLEURIGE ZABELSPRINGHAAN.
QF^YF-)
Aanmerkelyk overtrefc deeze den
voorgaanden in grootte eii iiiag in alle
opzigten wel geteld worden onder de
grooten i^an dit Geilagt. De Kop is
ook redelyk groot ; het Borstiluk heefc
twee infnydingen en vercoont zig derhalve
driedeelig. De Sprieten zyn
lang en dun,- de Schenkels dik; de
Pooten ilerk gedoornd. De Klear
komt naast aan die men helder ros of
Vuurkleiir noemt.
FIG, 40. DE VUURKLEURIGE ZABELSPRINGHAAN.
(MAN.~)
In de grootte alleen fchynt deeze,
20 veei ik befpeuren kan, van den
voorgaanden, daar hy de Man van is,
te verfchillen. Beiden worden zy in
de meergemelde Verzameling gevonden,
doch de afkorast was onzeker.
P L A A T XL a.
SAUTERELLES A SABRE. 23
F i g . 39. LA SAUTERELLE A SABRE,
COULEUR DE FEU. (Femelle.}
Celle-ci furpajfe remarquablement la
précédente en grandeur, peut fans doute
, dans tous les refpects, être placée entre
les grandes de ce Genre. La Tête ejl
aujjt pajjablement grojje; le Corcelet à deux
incîfiom Ê? parait pour cela comme divifé
en trois fegments. Les Antennes font longues
ê? minces; les Cuijfes épaiffes ; les Pattes
fortement épineufes. La Couleur approche
au roux clair oU Couleur de feu. •
F i g . 40. LA SAUTERELLE A SAURE,
COULEUR DE FEU. (Maie.)
Dans la grandeur celle - ci me par oit,
autant que je puijfe voir, feulement dijfercr
de la précédente, dont elle efi le Maie,
y ai trouvé tous les deux dans la dite
ColleSîion, mais la patrie étoit incertaine.
P L A N C H E XL a.
Fig. 41. DE BLADERSPRIET Fi g . 41. LA PUPÉE A ANTENNES
S P R I N G H A A N - POP.
De voornaamile byzonderheid van
dit Infekt beftaat daarin , dat het de
Sprieten breed en als gebladerd heeft.
Het Borstftuk is, bovendien, hoog gerugd
en de Kop niet klein. De Kleur
is aan 't Agterlyf bruin , van vooren
geelachtig. Of het Vleugels bekome
en dus tot den itaat van een volmaakten
Springhaan geraake, is my onbekend.
F E U I L L E T T É E S .
La principale fingularité de cet Lifecte
confifle en cela , que fes Antennes font
larges S comme feuillettées. En outre le
Corcelet efi haut endoffé Ê? la Tète pus
petite. Le Corps efi bruns en derrière,
jaunatre en devant. S'il doit acquérir des
Ailes Ê? parvenir ainfi à l'état dune Sauterelle
par faite, m efi inconnu.
R
KÌ
H
r,
: