
VAR. ARMORACIOIDES CZERN.
Bloeit: Mei—Juli. 0 of 9J.,
Stelsel van Linnaeus: Cl. XV. Ord. II. Tetradynamia. Siliquosa.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Cruciferae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. IV. N°. 250.
Soortelijke kenmerken: Foliis inferiorïbus hirtis, in petiolum attenuatis pinnatifidis, supe-
rioribus glabris integris oblongo-linearibus, siliquis in pediceilo eis subaequilongo patenti erectis
brevibus torulosis stylo earum latit. aequilongo vel sublongiori.
Onderste bladen behaard, in den bladsteel versmald, vinvormig ingesneden, de bovenste glad
gaafrandig, langwerpig lijnvormig; hauwen kort, schuins uitstaand op hunne bijna even lange
steeltjes, om de zaden verdikt met een stijl, die even lang of iets langer is dan de dikte van
de hauw bedraagt. De variëteit onderscheidt zich door bijna niet ingesneden bladen.
Verklaring der afbeelding: o. bloem; b. bloemblad; c. meeldraad; d. vruchtbeginsel.
Groeiplaats: In Hongarije en Zuid Rusland.
Nederland: De plant werd het eerst gevonden door wijlen den Heer H. J. Kok Ankersmit
in 1877, aan de Welle; later n.1. in 1879 en 1893 aan het Pothoofd bij Deventer, van welke
laatste groeiplaats hij ons een exemplaar ter afbeelding heeft toegezonden.