
HEME ROC A L L I S FU L V A L.
Roodgele Daglelie.
Hoogduitsch: Rothgelbe Taglilie.
Engelsch: Red-yellow Remerocallis.
Bloeit: Juni—Juli. %.
Stelsel van Linnaeus: 01. VI. Ord. I. HexandriaMonogynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Monöcotyledoneae. C. Liliaceae.
Geslachtskenmerken : Perigonium infundibuliforme, tubo monophyllo, cylindrico, limbo
sexpartito. Stamina in basi corollae inserta, subulata, declinata. Semina globosa.
Bloemdek trechtervormig, buis vergroeidbladig, cilindervormig, zoom zesdeelig. Meeldraden
aan den voet der bloembuis ingehecht, elsvormig, gebogen. Zaden kogelvormig.
Soortelijke kenmerken: Perigonii laciniis nervosis venosisque, interioribusmargine undulatis
Kroon slippen geaderd en van nerven voorzien, de binnenste met gekroesden rand.
Verklaring der Afbeelding : a. a'. Meeldraad van voren en van achteren.
Groeiplaats: Op bergweiden en op grazige rotsige plaatsen, van Zuid-Europa en China;
vaak gekweekt.
Nederland : Bij ons verwilderd in groote menigte in een hakhoutboschje van Robinia Pseudo-
Acacia bij den IJsel aan het einde der Bronsbergen, gemeente Steenderen, aldaar gevonden
door den Heer H. J. Kok Ankersmit, die ons welwillend exemplaren ter afbeelding toezond.