
D I D YMI UM M U S C I C O L U M Lk.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XXIV. Ord. V. Cryptogamia Fungi.
Natuurlijk Stelsel: Cellulares Mycetes. O. Myxomycetes. Tr. Stemoniteae.
Geslachtskenmerken: Spumarioides, congestum, stipitibus membranaceis compressis, botryoso-
ramosis, hyalinis, peridiis rotundatis difformibus lobatisque albido-pulverulentis, sporidiis atris.
Op schuim gelijkend, dicht bijeen, met vliezige samengedrukte steeltjes, trosvormig vertakt,
hyalin; peridieën rond, verschillend van vorm en gelobd, wit bestoven; sporen zwart.
Soortelijke kenmerken : Stipitatum, globosum, connatum botryoideum, cinereum, furfuraceum.
Stipite lato diffluente fusco.
Gesteeld, bolvormig, druifvormig vergroeid, grijs beschubd, met breede donkerbruine uitvloeiende
steel.
Verklaring der afbeelding: a. pas openspringende peridieën; b. dezelfde van ter zijde,
geheel opengesprongen; c. dezelfde van boven; d. inwendig weefsel; e. jonge sporen.
Fr. Syst. Myc. III, p. 122.
Groeiplaats: Zeldzaam op mossen.
Nederland: Werd door mij den 12 November 1901 gevonden op mos aan een dooden
appelboom op den huize Stadwijk onder Voorschoten.