H E R N I A R I A H I R S U T A L.
Behaard Duizendgraan.
Hoogduitsch: Behaartes Tausendkom.
Engelsch: Hairy Herniary.
Bloeit: Juli—Herfst. O.
Stelsel van Linnaeus : Cl. V. O. I. Pentandria Monogynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. O. Paronychieae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. IX. N°. 663.
Soorteluke kenmerken : Caulibus prostratis, foliis calycibueque hirtis, foliis ellipticis oblon-
gisve, basin versus attenuatis, glomemlis axillaribus subdecemfloris, calycis lacinus seta longiore
mucronatis. . .
■ Stengels liggend, met de bladen en kelk beiaard; bladen elliptisch of langwerpig, naar den
voet versmald, okselstandig, ongeveer 10-bloemige bloemhoopjes; kelkslippen in een lang
stekelhaar uitloopend.
Groeiplaats: Op zandige bouwlanden, op dezelfde plaatsen als Hemiaria glabra, doch veel
zeldzamer, in West-Azie en Europa, vooral zuidelijk. -
Nederland: In ons land werd zij het eerst aangetroffen in 1893 als opslag in den turn
van den Heer H. J. Kok Ankehsmit te Apeldoorn, in groote hoeveelheid; later ook op het
St. Antonius eiland bij Maastricht. De afgeheelde plant werd ons in 1898 toegezonden door
den Heer Kok Ankkrsmit, van eerstgemelde groeiplaats.