ANTHEMIS TRIUMPHETTI L.
Triumphetti's Kamille.
Hoogduitsch: Triumphetti’s Hundskamille.
Engelach: Triumphetti’s Chamomile.
Bloeit: Juli—Aug. 4 .
Stelsel van Linnaeus: Cl. XIX. Ord. II. Syngenesia. Polygamia superflua.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Compositae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. IY. N°. 284.
- Soortelijke kenmerken: foliis pubescentibus bipennatifidis, rachi dentata, pennulis pectinatim
dispositis subserratis, serraturis mucronatis, receptaculo subhemisphaerico, paleis lanceolatis in
mucronem rigidum acuminatis; acheniis tetragono-compressis anguste alatis utrinque quinque striatis,
margine arguto terminatis; ligulis diametrum transversalem disci aequantibus.
Bladen zachtharig, dubbel vinspletig, met getande hoofdnerf; slippen kamvormig geplaatst en een
weinig gezaagd; zaagtanden stekelpuntig; bloembodem half-bolrond, schubben lancetvormig in een
stijve punt toegespitst; vruchtjes 4-hoekig, samengedrukt, smal gevleugeld en aan weerszijden met
5 strepen, aan den top in een scherpen rand uitloopend; lintbloemen even lang als de doorsnede
van den bloembodem.
Verklaring der afbeeldingen : a. Bloem, overlangs doorgesneden, h. Lintbloempje. c. Buisbloempje.
d. Omwindselblaadje. e. Strooschubje.
Groeiplaats: In bergachtige streken van Zuid-Oost Europa.
Nederland: Gevonden op het Pothoofd te Deventer in 1895 door wijlen den Heer H. J. Kok
Ankersmit. De afgebeelde plant is geteekend naar exemplaren door den Heer Ankersmit in zijn
proeftuin gekweekt.