
C I C H O R I UM E N D I V I A L.
Andijvie.
Hoogduitsch: Endivie.
Engehch: Endive.
Bloeit: Juli—Augustus. O.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XIX. Ord. I. Syngenesia Polygaïnia aequalis.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Compositae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. XI. N°. 832.
Soortelijke kenmerken: Capitulis geminis pluribusve congestis sessilibus pedunculatisque,
foliis floralibus lato-ovatis basi cordata amplexicaulibus, pappo acbeniis quadruplo breviore.
Hoofdjes bij paren of meerdere bijeen* zittend of gesteeld, bloeibladen breed eivormig, met
hartvormigen stengelomvattenden voet, vruchtpluis vier maal korter dan de vruchtjes.
Verklaring der afbeelding: a. bloempje, nat. gr.; b. hetzelfde, vergr.; c. schutblaadje;
d. plant in haar geheel op ‘/7 der ware grootte; e. jonge vrucht.
Groeiplaats: Stamt uit Indië, doch wordt nu allerwege als groente verbouwd.
Nederland: Een enkele maal verwilderd; zoo werd de afgebeelde plant gevonden langs een
weg te Haarlem door dén Heer Büisma in Juli 1899, terwijl Dr. M. Greshoff aldaar zoo welwillend
was een exemplaar ter teekening toe te zenden.