
LYCOPODIUM ANNOTINUM L.
Wolfsklauw.
Hoogduitsch: Sprossender Bärlapp.
Engelsch: Interrupted Clubmoss.
Vruchttijd: Juli—Sept. 2f.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XXIV. Ord. I. Cryptogamia. Filices.
Natuurlijk Stelsel: Cl. Cryptogamae. Ser. Lycopodiales s. Selagines. Ord. Lycopodiaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. VI. N°. 440.
Soortelijke kenmerken: caulibus repentibus, ramis erectis adscendentibusve infeme semel
pluriesve dichotome fissis, simplicibus; foliis lineari-lanceolatis, acuminatis, mucronatis, antice
serratis patentibus reflexisve, spicis terminalibus solitariis sessilibus, bracteis lato-ovatis cuspidatis
eroso-denticulatis.
Stengels kruipend, takken opgericht of opstijgend, onderaan eens of meermalen vorksgewijze
gespleten, enkelvoudig; bladen lijn-lancetvormig, toegespitst, naar voren stekelpuntig gezaagd,
afstaand of teruggeslagen; aren eindstandig, alleenstaand, zittend; schubben breed eivormig,
toegespitst, uitgevreten-gezaagd.
Verklaring der afbeeldingen: a. Blaadje, b. Plaatsing der blaadjes.
Groeiplaats : In bergachtige, boschrijke streken en op steenige plaatsen in Centraal- en Noord-
Europa, Russisch-Azië en Noord-Amerika, van af de Alpen tot de arktische streken.
Nederland: Voor het eerst gevonden op een excursie onder leiding van Dr. J. W. C. Goethart
in het bosch te Olteterp, waar de plant op een enkele plaats een groote uitgestrektheid besloeg,
doch niet bloeide.