
RANUNCULUS NEMOROSUS D. C.
Bosch Ranonkel.
Hoogduitsch: Hain Hahnenfuss. Goldranunkel.
Engelsch: Wood Butter cup.
Bloeit: Mei—Juni. 21-.
Stelsel van Linnaeus : 01. XIII. O. III. Polyandria Polygynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. O. Ranunculaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. I. N°. 26.
Soortelijke kenmerken : Foliis radicalibus palmato-partitis, laciniis obovatis, trifidis, dentatis,
pedunculis sulcaiis, carpellis lenticulari-compressis marginatis, rostro apice convoluto, receptaculo
setoso.
Wortelbladen hand vormig verdeeld, met omgekeerd ei vormige, driespletige, getande slippen;
bloemstelen gevoord. Vruchtjes lensvormig, berand, met aan den top omgebogen snavel;
bloembodem behaard.
Verklaring der afbeelding: a. bloem, ontdaan van de bloembekleedselen; b. vruchtje.
Groeiplaats: Verspreid in verschillende streken van Europa, boschplant van bergachtige
plaatsen, in het alpen- en subalpine gebied, doch ook in lagere gebergten en soms ook
in de vlakte.
Nederland: In ons land werd zij gedurende de excursie der Nederlandsche Botanische
Vereeniging in 1861 gevonden door de Heeren V an den Bosch, Van der Sande Lacoste en
Suringar, op den berg bij den Watersleyhof bij Sittard. In 1901 werd de plant door Dr.
Goethart en mij daar wedergevonden in groote hoeveelheid. De afgebeelde plant werd ter
teekening van die plaats opgezonden.