■ ¿"(I I 9
nu en dan Piaatjeszwanimen gevonden, waarvan hef hymenium een meer of minder onregelmatige
gaafjesstruciuiir bezat, maar deze exemplaren waren altijd monsfruositeiten. Merkwaardig is nog, dat
bij liet algemeen in de gematigde streken voorkomende geslaclit Mycena dergelijke monsfruositeiten
jiiist nooit gevonden zijn.
Was bij Mycenoporella lutea en Poromycena brunnea de verwanfschap niet verder aan fe
diiiden dan tot bet geslacht Mycena, bij Poromycena decipiens kunnen we zelfs de soort noemen,
waarmee deze zeer nauw verwant is; Mycena pura (Persoon) Fries, die aigemeen zoowel bier als in
Europa voorkomt. Beide soorten komen in alle kenmerken mel elkaar overeen, slechts de hymenium-
structuur verschilt. Men kan, wanneer men de zwam slechts van boven beziet, niet vooruit zeggen
mef v.-elke soort men fe doen heeft. Daarom tiebben we onze soort decipiens = bedriegeiijk genoemd.
V e rk la r in g van plaaf XIV.
Poromycena decipiens v. O.
a. Vruchtiichamen, nat. gr.
b. Lengtedoorsnede, nat. gr.
c. Qaatjes, sterk vergroot.
d. Doorsnede door den wand van een
gaatje, 350/1.
e. Basidien 850/1.
/. Sporen 850/1.
g. Cystiden 850/1.
Poromycena brunnea v. O,
a. Vruchtliciiaam, nat. gr.
b. Gaatjes, sferk vergroot.
c. Doorsnede door het hoedweefsei en liet gedeelte van een gaatje. 90/1
d. Basidien 850/1.
e. Sporen 850/1.
/. Cellen van het weefsel, 850/1.
V e rk la r in g van plaat XV.
Mycenoporella lutea v. O.
Vruchtiichamen, nat. gr.
Vruchtlichaam van onderen gezien, nat. gr.
Lengfedoorsnede, nat. gr.
Doorsnede van het hoed- en gaatjesweefsel, 45/1.
Gaatjes 45/1.
Basidiën 850/1.
Sporen 850/1.
W J t -
, } .
V. Overeem et Weese, Icônes Fungorum Malayensium.
w / , .
* i
i