
SIDERITIS MONTANA L.
Berg lJzerkruid.
Hoogduitsch: Berg Eisenkraut.
Engelsch: Mountain Ironweed.
Bloeit: Juli—Aug. O.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XIV. Ord. I. Didynamia Gymnospermia.
Natuurlijk Stelsel: V'asculares Dicotyledoneae. O. Labiatae.
Gesla chtskenmerken: Stamina cum stylo in tubo corollae abscondita, antherarum loculi rima
longitudinali communi dehiscentes. Annulus pilorum interruptus ad insertionum staminum.
Calycis fructiferi dentes patuli. Nuces apice rotundato-obtusae.
Meeldraden en stijl binnen de bloembuis besloten; helmhokjes met een gemeenschappelijke
overlangsspïeet zich openend. Haarring in de kroonbuis onderbroken bij de inplanting der
meeldraden. Tanden der vruchtkelk afstaand Nootjes aan den top afgerond stomp.
Soortelijke kenmeeken : Herbacea, radice simplici, foliis lanceolatis, in petiolum attenuatis
antice serratis; calycibus corolla longioribus labio calycis superiore trifido. Corolla primum
concolor citrina mox vero margine fusca, denique feta labia fusca.
Kruidachtig, met enkelvoudigen wortel ; bladen lancetvormig, in den bladsteel versmald, naar
voren gezaagd; kelk langer dan de bloemkroon, bovenste lip der kelk driespletig. Bloemkroon
eerst gelijkmatig citroengeel, weldra echter met donkerder rand, eindelijk de geheele lip donker
bruin;
Verklaring der afbeeldingen-: a. Bloem van ter zijde; 6. Bloem van voren; c. Kelk opengesneden
; d. Gedeelte van de bloemkroon met meeldraden.
Groeiplaats: Op akkers en in wijnbergen in Zuid Oostelijk Europa, Spanje, Zuid Frankrijk,
Noord Italië en den Levant, thans dikwijls met granen ingevoerd.
Nederland: Zij werd in ons iand het eerst gevonden door den Heer Wakker op puin te
Amsterdam in 1891; daarna als opslag in den tuin Marocco te Apeldoorn door den.Heer Kok
Ankersmit; op het St. Anthonis-eiland bij Maastricht door de Heeren de H aas en Hoevenaars ;
te Dordrecht door den Heer Posthumus op onbebouwden grond; van het Pothoofd bij Deventer
verzameld door den Heer Bisschop van Tuinen, van de voormalige buitenplaats Groenhoven
bij Leiden, van waar de afgebeelde plant stamt, terwijl zij ous later nogmaals van het Pothoofd
werd toegezonden door de Heeren Heukels en Katz.
V.