
CORIANDRUM SATIVUM L.
Koriander.
Hoogduitsch: Gebauter Koriander.
Engelsch: Cultivated Coriander.
Bloeit: Juni—Aug. O
Stelsel van Linnaeus: Cl. V. Ord. II. Pentandria Digynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae O. Umbelliferae.
Geslachtskenmerken : Calicis margo quinquedentatus. Petala obovata, emarginata cum lacinula
inflexa. Fructus globosus. Mericarpia' jugis primariis 5, depressie, flexuosis, lateralibus ante
marginem accessorium positis; secundariis 4 magis prominulis, carinatis. Valleculae evittatae.
Albumen excavatum, membrana soluta tectum.
Kelkzoom vijftandig. Bloembladen omgekeerd eivormig, uitgerand met ingebogen topslipje.
Vrucht bolvormig. Deel vruchtjes met 5 hoofdribben, laag en bochtig, de zijdelingsche voor den
naastbijzijnden rand geplaatst; de bijribben 4, meer vooruitstekend, gekield. Dalen zonder
striemen. Kiem wit uitgehold, door een loslatend vlies bedekt.
Soortelijke kenmerken: Caule subterete, striato, glabro; foliis inferioribus mox caducis, pin-
natifidis, foliolis subrotundis inciso-dentatis; mediis bi-pinnatipartitis, superioribus tenuiter par-
titis. Umbellis 3—5 radiatis. Floribus externis radiantibus, albis.
Stengel rondachtig, gestreept, kaal; onderste bladen spoedig afvallend, vindeelig, met rondachtige,
ingesneden-gezaagde blaadjes, de middelste dubbel-vindeelig, de bovenste fijn verdeeld.
Schermen 3—5 stralig. Buitenste bloemen straalvormend, wit.
Verklaring der afbeelding: a Afzonderlijk schermpje, b. randbloem, c. middenbloem, d.
vruchtbeginsel, e. en f. vruchten, f. vergroot.
Groeiplaats: Zuid-Europeesche plant, hier en daar verbouwd en somtijds verwilderd.
Nederland: In ons land werd zij nu en dan verwilderd aangetroffen. De afgebeelde plant
werd ons toegezonden door Dr. M. Greshoff, die haar in vele exemplaren vond op ruigte
langs een sloof bij het Station Santpoort in Augustus 1899.
V.
>4 • Ui
%
Vs, ïï%
i>
V