
SPIRANTHES AESTIVALIS Rich.
Zomer Draaiaar.
Hoogduitsch: Sommer—Wendelorche.
Engelsch: Summer Lady’s Tresses.
Bloeit: Juli—Aug. 2k
Stelsel yan Linnaeus: 01. XX. Ord. 1. Gynandria MoDandria.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Monocotyledoneae. O. Orchidaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. II N°. 130.
Soortelijke kenmerken: foliis lanceolato linearibus, spica spirali, labello oblongo-ovato apice
rotundato.
Bladen lancetvormig-lijnvormig, bloeiaar spiraalvormig gedraaid, lip langwerpig-ei vormig, aan
den top afgerond.
Verklaring der Afbeeldingen: a. bloem van voren; b. idem ter zijde; c. lip; d. bloem van
boven; e. uitgebloeide bloem; ƒ. vrucht.
Groeiplaats: In vochtige veenachtige weiden plaatselijk in geheel midden-Europa, reeds
vroeger gevonden te Genk bij Luik.
Nederland: Zij werd het eerst ontdekt in 1873 door Dr. Van der Sande Laooste bij den
watermolen te Stramproy. Op dezelfde plaats, ofschoon de watermolen niet meer bestaat, werd
zij in 1899 door Dr. J. W. O. Goethart weder gevonden, die mij versche exemplaren ter
afbeelding toezond. Bovendien werd zij nog op enkele andere plaatsen in de gemeente Stramproy
gevonden.