
Gekruiste Toorts.
Hoogduitsch: Bastard Wollkraut.
Engelsch: Hybrid Mullein.
Bloeit: Juni—Aug. G
Stelsel van Linnaeus : CL V. O. 1. Pentandria Monogynia.
Natutjelijk Stelsel: Vasculares Dictotyledoneae. O Verbasceae.
Geslachtskenmerken: Zie Deel IH, No. 162.
Soobtelijke kenmeeken : Flores magnae aggregatae in paniculo magno pyramidato, ramo- sissimo, ramis elongatis, erectis, breviter tomentosis; pedicellis calyce breyioribus; segmentis calycis tomentosis, lanceolatis. Corolla magna, plana lutea cum fauce filamenta omnia violaceo-lanata, basi tarnen albo-lanata; antherae staminumv iololancgeiao.r uSmt aombilniquume inseriatae. Stigma capitatum. Folia breviter tomentosa in utraque facie, radicalia magna, oblonga, sinuato-crenulata, in petiolum attenuata; caulinaria mediocra ovalia, acuminata, sessilia, vix decBulroreemnetina 5 grraomota, liian s egsrsoileiap,e nn otno td eeceunr rgernotioat.e C payurlae meridecatloe, rpolubiumst ov, esruebê-nainggdu; ladteoz, ep zaeuelrlo vpeurbtaeksct,e mnteet. lange, opgericbte, kortkroesharige, lancetvormige kelkslippen. Bloemkroon groot, vlak,^ geel met paarse keel; helmdraden van boven met paarse wol bezet, beneden echter witwollig; helm- hokjes der langste meeldraden scheef aangehecht. Stempel knopvormig. Bladeren kort behaard samana ldb;e iddee szteijndgeenlb; laddee nw moridtedlbellmadaetnig ,g roovoata, l,l aanagnwgeersppiigt,s tb,-ozcithtteingd-g, etkearr tnealdu,w ienm doeond abfllaodospteeenld ,v deire
der stengeltakken zittend, niet afloopend. Stengel rechtopstaand, krachtig, naar boven eenigszins
hoekig, een weinig behaard.
Verklaring der Afbeelding: a. Bloem zonder bloemkroon; b. Bloemkroon van boven gezien
; c. Bloemkroon open; d. Meeldraad; e. Stamper.
Groeiplaats: Verbascum thapsiformi-nigrum Schiede (V. adulterinum Koch) werd beschreven o. a. in K och’s Synopsis p. 591 en in Grenier et Godron, Flore de France II, p. 555, bij den eersten vermeld als hier en daar voorkomende, bij de laatste voor Nancy en Guebwiller in den Elzas. Toch komen deze beschrijvingen niet geheel overeen met de afgebeelde plant. Daar echter geen enkele der beschrijvingen van goede Verbascum-soorten op ons exemplaar past en ook van de beschreven hybriden, voor zooverre mij bekend, geen passende diagnose kan gegeven worden, heb ik de plant voor een hybride van V thapsiforme en V. nigrvm gehouden, met dien verstande dat zij een veel meer intermediair karakter draagt dan bijv. de V. thapsiformi
nigrum bij Grenier en Godron en dezelfde bij Koch. Ik had reeds gelegenheid op die verschillen te wijzen in het Nederlandsch Kruidkundig Archief 3. I. p. 596 en wil derhalve hier slechts opmerken dat de exemplaren ongeveer 2£ M. lang waren.
Nederland: In ons land werd zij vermeld voor Weurt, gevonden door den Heer Abele ven, in 1844, ofschoon de Heer Van den Bosch deze plant tot de twijfelachtige indigenen rekende; de beschrijving der plant bij Apeldoorn gevonden komt ook niet met de^ onze overeen; haar hyHbreitd eis neacthutuerr zweeerrd gvooeodr moongzeelkijekr dgeaht oauld denez eo mpdlaant teVn. ttohcahp sihfoybrmried edna azri jnn iettu swscahse naa dneg egtermofefledne.
sooDrete na,f gdeibee eelcdhet epr laonntd ewr eredlk agnedveorn dweene rd ozoeerr dvee rdsacmhiellse nv.an Lennep, op Leyduin, den 5 Juli 1898, en door den Heer van Eeden gedeeltelijk voor deze Flora afgestaan, een ander deel overgebracht naar den tuin van het Koloniaal Museum; het lot der laatste plant is mij verder onbekend.
V.