
MOENCHIA ERECTA FL. WET T 1674
MOENCHIA ERECTA Fl. Wett.
Vierling.
Hoogduitsch: Aufrechte Mönchie.
Engelsch: Upright Moenchia.
Bloeit: April, Mei. O.
Stelsel van Linnaeus: 01. X. Ord. IV. Decandria Tetragynia.
Natuurlijk Stelsel : Vasculares Dicotyledoneae O. Alsineae.
Geslachtskenmerken : Calyx 4—5 sepalus. Petala 4—5 integra vel retusa. Stamina 5—8—10.
Ovarium multiovulatum. Styli 4— 5. Capsula apice 8—10 valvis. Flores albi.
Kelk 4—5 bladig. Bloembladen [4—5 gaaf of iets uitgerand. Meeldraden 4, 8 of 10. Vruchtbeginsel
veeleiig. Stijlen 4—5. Doosvrucht aan den top 8—10 kleppig. Bloemen wit.
Soortelijke kenmerken: Oaule subbifloro, petalis calyce brevioribus,stylisrecurvatisovario
sub anthesi duplo brevioribus, floribus tetrandris.
Stengel veelal tweebloemig, bloembladen korter dan de kelk, stijlen teruggebogen, gedurende
den bloei tweemaal korter dan het vruchtbeginsel; bloemen met 4 meeldraden.
V erklaring van de afbeeldingen: a. bloem; b. bloemblad; c. kelkblad; d. vruchtbeginsel.
Groeiplaats: Op dorre heuvels en weilanden verspreid in Zuid- en Midden-Europa.
Nederland: Reeds gevonden in de omstreken van Nijmegen door de Heeren N. Abelkven
en Pas, in de beeklaan bij ’s-Gravenhage door den Heer Vrijdag Zijnen en in 1899 door
Dr. J. W. O. Goethart en mijzelf in de buurtschap Lichtenberg bij Simpelveld, vanwaar de
afgebeelde plant afkomstig is.