
SOLANUM ROSTRATUM, DUN. 1639.
SOLANUM ROSTRATUM Dun.
Gesnavelde Nachtschade.
Hoogduitsch: Geschnabelter Nachtschatten.
Engelsch: Spiny Nightshade.
Bloeit: Mei—Sept. O.
Stelsel van Linnaeus: 01. V. Ord. I. Pentandria Mohogynia.
Natuurlijk Stelsel: VascUlares Dicotylêdoneae. Ord. Solaneae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. II. N°. Il2.
Soortelijke kenmerken: Annua, dense stellato-pubescente, plerumque aculeolis flavis subulatis
valde armato; caule erecto, ramoso; foliis ovatis v. oblongis, irregulariter 5—7 pinnato-lobatis
vel 1—2 pinnatifidis, petiolatis; lobis plerumque oblongis, obtusis; floribus in racemis, flavis,
racemis lateralibus, pedicellis longis erectis; calyce dense aculeolato, baccam circumdante et
includente, aculeis fructus longitudinem aequantibus vel eo lóngioribus; calycis lobis lanceolatis,
acüminatis; corolla sub-irregUlare, lobis Ovatis, acutis; staminibus et stylo declinatie, stamine
inferiore longiore, rostro incurvato.
Eenjarig, dicht met sterhaïén' bezét, meestal met gele els vormige stekels sterk bewapend;
stengel opgericht vertakt. Bladen eivörmig. óf langwerpig in omtrek, onregelmatig vinvormig, 5—7
lobbig of 1—2 vindeélig; bloemen in trossen, geel; trossen Zijdelingsch, met krachtige stelen,
zoowel bij de bloem als in dé vrucht opgericht; kelk dicht bestekeld, de bes omgevende en ten
laatste geheel insluitende, waarbij dé stekels even gróót of zelfs langer dan de vrucht worden;
kelkslippen lancetvormig, aangespitst; kroon eén weinig onregelmatig met eivormige spitse
lobben; meeldraden en stijl gebogen, de onderste meeldraad langer, met een naar binnen gebogen
snavel.
Verklaring der afbeeldingen: a. Bloém ópéngèspréid; 6. Bloemkelk; c. Bloemkelk vergroof;
d. Meeldraad; e. Onderste meeldraad; f. Stamper met stijl.
Groeiplaats : Inheemsch in Noord-Amerika op weiden, van Nébraska tot Texas en México, nu
en dan als onkruid aan ruigten, in Ontario tot Nieuw Jersey als adventiefplanf uit hét Westen.
Zij wordt nu en dan verkeerdelijk voor de „Kussian Thistle” aangezien, waaronder men echter
Salsola Kali var. Tragus verstaat. Tevens kan het niet van belang ontbloot zijn te weten dat
zij het oorspronkelijk voedsel vormt voor de Oolorado-kevers of „Potato-bug” d. i. aardappelluis.
Nederland: In ons land werd zij het eerst waargenomen door den Heer H. Dros te Benne-
kom als opslag uit kippenvoer, waar de plant groote afmetingen begon aan te nemen. De af-
gebeelde plant werd door den Custos van het Botanisch Laboratorium, F. J. Struykenkamp,
op de vervallen buitenplaats Groenhoven bij Leiden in September 1898 gevonden en door mij
voor de Flora Batava ter afbeelding gezonden. Waarschijnlijk dankt zij ook daar aan dezelfde
oorzaak als te Bennekom haar voorkomen. Onlangs kwam mij ter kennisse dat zij -ook elders in
ons vaderland werd waargenomen.