
P E T A S I T E S ALBU S G a e r t n .
Wit Groot Hoefblad.
Hoogduitsch: Weisse Pestwurz.
Engelsch: White Butterbur.
Bloeit: Maart—Mei 9J-.
Stelsel van Linnaeus: 01. XIX. Ord. II. Syngenesia Polygamia superflua.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae O, Compositae.
Geslachtskenmerken : Zie Dl. III. N°. 199.
Soortelijke kenmerken: foliis subrotundo-cordatis angulatis mucronato-dentatis subtus lanu-
ginoso-tomentosis, thyrso ovato vel fastigiato, floribus femineis filiformibus, stigmatibus florum
hermaphroditorum elongatis lineari-lanceolatis acuminatis. Flores ex albo flavescentes.
Bladen rond-hartvormig, hoekig toegespitst-getand, van onder wollig-viltig, bloeiwijze eivormig
of lang eivormig, vrouwelijke bloemen draadvormig, stempels der tweeslachtige verlengd,
lijn-lancetvormig, toegespitst. Bloemen geelachtig wit,
V erklaring der Afbeelding: PI 1648. a. b. tweeslachtige bloemen; c. vrouwelijke bloem;
g tweeslachtige bloem na verwijdering van het bloemdek, met schutblad; d. afzonderlijk hoofdje;
f. groep van bloemen; e. omwindselblaadje.
Groeiplaats': Oorspronkelijk inheemsch aan rivieroevers en op vochtige plaatsen in de bos-
schen op hooge bergen. Daar zij echter ook in tuinen en op buitenplaatsen wordt gekweekt,
kan hierdoor haar verspreiding bevorderd worden.
Nederland: De afgebeelde plant werd gevonden door den Heer H. J. Kok Ankersmit bij
»t Hoogje te Amersfoort in 1899 en ons welwillend voor deze Flora toegezonden. Later werd
zij ook gevonden door den Heer C. A. Backer bij Culemborg en door den Heer Borst Pauwels
in de nabijheid van Leiden.
V. *
$