
VERBASCUM THAPSIFO RM i-N !Q R UM SCHRA-D. 1641
Gekruiste Toorts.
Hoogduitsch: Bastard Wollkraut.
Engelsch: Hybrid Mullein.
Bloeit: Juni—Aug. G
Stelsel van Linnaeus: 01. V. O. 1. Pentandria Monogynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dictotyledoneae. O Verbasceae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel III, No. 162.
Soortelijke kenmerken: Plores magnae aggregatae in paniculo magno pyramidato, ramo- sissimo, ramis elongatis, erectis, breviter tomentosis; pedicellis calyce brevioribus; segmentis calycis tomentosis, lanceolatis. Corolla magna, plana lutea cum fauce violacea. Staminum filamenta omnia violaceo-lanata, basi tarnen albo-lanata; antberae staminum inseriatae. Stigma capitatum. Folia breviter tomentosa in utraque facie, radicalilao nmgaiogrnuam, o obblolinqguae,
sdiencuuartroe-ncrteian;u rlaamtaa, liain s espseiltiiao,l unmon daettceunrureantati;a . cCaauullien aerrieac tom, reodbioucsrtoa, souvba-laian,g ualcautom, ipnaautall,o speusbsielisac,e nvtiex. Bloemen groot, in groepen tot een groote pyramidale pluim vereênigd; deze zeer vertakt, met lange, opgerichte, kortkroesbarige, lancetvormige kelkslippen. Bloemkroon groot, vlak,^ geel met paarse keel; belmdraden van boven met paarse wol bezet, beneden ecbter witwollig; belm- abaonk jebs edideer lzainjdgesnte; mdeee ldwroardteenlb lsacdheene fg aroaontg, eblaencgbwt.e rSpteigm, pbeol ckhntiogp-gv eokramrtige.l dB, liand edreenn bkloardts tbeeebl avaerrd
smald ; de stengelbladen middelmatig, ovaal, aangespitst,- zittend, ter nauwemood afloopend, die der stengeltakken zittend, niet afloopend. Stengel rechtopstaand, krachtig, naar boven eenigszins
hoekig, een weinig bebaard.
V erklaring der Afbeelding: a. Bloem zonder bloemkroon; b. Bloemkroon van boven gezien;
c. Bloemkroon open; d. Meeldraad; e. Stamper.
Groeiplaats: Verbaseum thapsiformi-nigrum Schiede (V. adulterinum Koch) werd beschreven oee. ras.t einn Kveorcmhe’sld Syanlso phsiise rp . en59 1d aeanr invo oGrrkeonmieern deet, Gbioj drdoen ,l aFatlsotree vdoeo rF Nraannccey I Ie,n pG. 5u5e5b,w bililje rd einn den Elzas. Toch komen deze beschrijvingen niet geheel overeen met de afgebeelde plant. Daar echter geen enkele der beschrijvingen van goede Verbascum-soorten op ons exemplaar past en ook van de beschreven hybriden, voor zooverre mij bekend, geen passende diagnose kan gegeven worden, heb ik de plant voor een hybride van V. tJiapsiforme en V. nigrwvn gehouden, met dien verstande dat zij een veel meer intermediair karakter draagt dan bijv. de V. thapsi- formi-nigrum bij Grenier en Godron en dezelfde bij Koch. Ik had reeds gelegenheid op die verschillen te wijzen in het Nederlandsch Kruidkundig Archief 3. I. p. 596 en wil derhalve
hier slechts opmerken dat de exemplaren ongeveer 2£ M. lang waren.
Nederland: In ons land werd zij vermeld voor Weurt, gevonden door den Heer Abeleven, in 1844, ofschoon de Heer Van den Bosch deze plant tot de twijfelachtige indigenen rekende; de beschrijving der plant bij Apeldoorn gevonden komt ook niet met de onze overeen; haar hyHbreitd ei s neacthutuerr zweeerrd gvooeodr moongzeelkijekr dgeaht oauld denez eo mpdlaant teVn. ttoJciahp shifyobrmried edna azri jnn iettu swscahse naa dneg egtermofefledne.
sooDrete na,f gdeibee eelcdhet epr laonntd ewre redlk agnedveorn dweene rd ozoerer dvee rdsacmhiellse n. van Lennep, op Leyduin, den 5 Juli 1898, en door den Heer van Eeden gedeeltelijk voor deze Flora afgestaan, een ander deel overgebracbt naar den tuin van het Koloniaal Museum; het lot der laatste plant is mij verder onbekend.